Onzichtbaar? - Het personeel van de Nederlandse adel, 1890-1940
Summary
In dit onderzoek staat de vraag centraal hoe het personeel van adellijke families samenleefde met hun adellijke werkgevers in de periode 1890-1940 in Nederland. Om deze vraag te beantwoorden is archiefmateriaal uit de adellijke huisarchieven geanalyseerd en zijn een aantal oral history-bronnen bestudeerd. Hierbij is er onder andere gebruikgemaakt van de reading against the grain-methode.
Uit de analyse volgen een aantal conclusies over de omgang tussen het personeel en de adellijke familie. Allereerst moet er een onderscheid gemaakt worden in het personeel. Zo was er een vaste kern, functies die uitgeoefend werden door mensen die langer in dienst bleven, en een flexibele schil, functies waarin het personeel elkaar juist snel opvolgde. De vaste kern had meer persoonlijk contact met adellijke familie. Ten tweede blijkt, door met het kunsthistorische kader van Mark Girouard naar de huizen te kijken, dat de vaak als rigide gescheiden geziene werelden van upstairs en downstairs in de praktijk op een complexe manier juist verweven waren. Zo kregen ook de personeelsruimtes elektriciteit en sanitair bij moderniseringen van het huis en kwamen familieleden ook in personeelsvertrekken. Ten derde kan geconcludeerd worden dat het contact tussen het personeel en de adellijke familie vaak paradoxaal in elkaar zat. Met behulp van een dramaturgisch perspectief en de terminologie van Erving Goffman blijkt hoe de omgang in het bijzijn van anderen vooral bestond uit vaststaande sociale scripts waaraan de familie, maar ook soms het personeel, status kon ontlenen. Bovendien blijkt dat er enerzijds sprake was van wederzijdse afhankelijkheid en diepgaande betrokkenheid van het personeel bij het persoonlijke leven van de familie. Anderzijds was er altijd het sociale klassenverschil en de machtsrelatie. Dit resulteerde in een balanceeract waarbij het personeel soms heel dichtbij het privéleven van de familie stond en op andere momenten weer afstand moest nemen.
De resultaten van dit onderzoek hebben een bijdrage geleverd aan de bestaande historiografie. Zo heeft het onderzoek een history from below-perspectief aan de adelsgeschiedenis toegevoegd door specifiek naar het personeel te kijken. Daarnaast heeft het onderzoek getoond dat het van belang is om het personeel en de adellijke families niet te veel als rigide gescheiden of als tegenstelling te zien, omdat juist de relatie tussen beide groepen veel verteld over het leven op adellijke huizen.