Tussen land en water, een historische vergelijking tussen Nederlandse boerencoöperaties en schipperscoöperaties (1900-2023)
Summary
In deze thesis wordt op basis van een historische, narratieve mechanistische vergelijking van een beperkt aantal casussen de vraag beantwoord wat de motieven waren die de oprichters van coöperaties in de agrarische en de binnenvaartsector hadden in Nederland in de periode van 1910 tot 2023 en hoe die waren gerelateerd aan overheidsinterventies op hun respectievelijke markten. Na een inleiding en een literatuurstudie zijn zes coöperaties, waarvan drie uit de agrarische sector en drie uit de binnenvaartsector, geanalyseerd op basis van bronnenonderzoek en secundaire literatuur. Hun ontstaansmotieven zijn in kaart gebracht aan de hand van een theoretisch kader met acht motivaties tot coöpereren. Een achtste element, overheidsinterventies, is daaraan toegevoegd. Conclusie is dat voor vijf van de zes coöperaties het organiseren van tegenmacht de belangrijkste motivatie was. Daarnaast zijn er vaak meerdere motieven van toepassing die elk (soms in interactie met andere motieven) een rol spelen. Deze motieven kunnen de oorzaak tot samenwerking zijn, maar ook een gevolg van samenwerking. In dat laatste geval waren ze geen motief bij de start van de coöperatie, maar ‘bijvangst’. Waarbij de binnenvaartcoöperaties de overheidsinterventies nodig hadden om de culturele en praktische bezwaren van potentiële leden tegenwicht te bieden. Een volgend onderzoek naar motivaties van ondernemers in de binnenvaart zou kunnen zijn om de culturele en praktische bezwaren te achterhalen die er zijn om juist níet te coöpereren.