Vreemdeling of nieuwkomer. Hoe door middel van taal het plenaire debat over inburgering in de Tweede Kamer tussen 15 maart 2017 en 17 maart 2021 vorm kreeg en hoe deze in verhouding stond tot het maatschappelijk debat.
Summary
Nieuwkomers in Nederland moeten inburgeren, omdat de overheid het belangrijk vindt dat zij kunnen
participeren. Op het inburgeringsexamen is in de Nederlandse samenleving veel kritiek. De vragen in
het examen over de ongeschreven gedragsregels worden bijvoorbeeld normatief en etnocentrisch
genoemd. Omdat Nederland een parlementaire democratie kent, zou het politieke debat een
weerspiegeling moeten zijn van het maatschappelijke debat. Om te onderzoeken hoe het politieke
debat over inburgering eruit ziet en hoe dat zich verhoudt tot het maatschappelijke debat, staat in dit
onderzoek de volgende vraag centraal:
Hoe ziet het plenaire debat over inburgering eruit in de Tweede Kamer tussen 15 maart 2017
en 17 maart 2021 en hoe verhoudt zich dat tot het maatschappelijk debat?
Uit eerder onderzoek bleek dat de voorwaarden voor een succesvolle integratie ter discussie staan.
Waar eerst het aanleren van een nationale identiteit centraal stond, ervaart men dat sinds de 21e eeuw
steeds meer als problematisch (Broeders, Kremer en Meurs, 2008; Dagevos en Grundel, 2013; De Hart,
2019b; De Hart, 2019c; Leerssen, 2015). Integratie, dat volgens Smeets en Steijlen (2006) uit vier
dimensies bestaat – de structurele, de culturele, de interactieve en de identificationele – kan volgens
Broeders, Kremer en Meurs (2008) het best bereikt worden door te investeren in het proces van
identificatie in plaats van het aanleren van een identiteit.
Middels het taalgebruik van de partijen in de plenaire debatten, is onderzoek gedaan naar de uitingen
over inburgering en de visie die daaruit blijkt. Taal construeert namelijk de werkelijkheid (Van den Berg,
2004). Patronen in het taalgebruik hebben vaak als onbewust gevolg dat ze verwachtingen creëren van
de werkelijkheid en dat deze verwachtingen ook waargemaakt worden.
Uit het onderzoek bleek dat er in de plenaire debatten, met als onderwerp Migratie en integratie, vooral
veel gesproken werd over immigratie in haar algemeenheid en over de vraag wie er wel en niet in
Nederland mag blijven. Inburgering stond in veel mindere mate centraal. Wanneer het wel over
inburgering ging, stonden ook daar de formele aspecten hoger op de agenda dan de inhoud. Het ging
dan vooral om het integratieprobleem en de vragen van het onderdeel Kennis van de Nederlandse
Maatschappij werden als nutteloos ervaren. De voornaamste oplossing die werd geboden is het herzien
en het aanpassen van dit onderdeel.
Al met al was de constatering dat er tussen het maatschappelijk en het politiek debat een missing link
is, in aanvulling op de twee missing links van Te Velde (2008). Het politieke debat sluit dus niet naadloos
aan op het maatschappelijke debat. De conclusie kan echter niet als absoluut ervaren worden, omdat
het corpus relatief klein was. Volgend onderzoek, met meer data, zou dit moeten uitwijzen.