Audiovisuele interactie in Steven Wilson’s Drive Home
Summary
Muziekvideo’s zijn alomtegenwoordig. In het wetenschappelijke discours is deze kunstvorm echter relatief
onderbelicht. Wel is er sprake van een groeiend corpus aan onderzoeken, met uiteenlopende benaderingen.
Zo zijn videoclips op visueel esthetisch vlak geanalyseerd, onder meer ook de manieren waarop beeld en
geluid met elkaar interacteren. Deze scriptie is een uitbreiding op deze benadering. Auteurs als Mathias Bonde
Korsgaard, Carol Vernallis en Brad Osborn hebben elkaar door de jaren heen aangevuld met diverse
audiovisuele analyses aan de hand waarvan ze alle verschillende beeld/geluid interactiemogelijkheden
proberen te identificeren en samen te vatten. Hoewel veel videoclips rijk zijn aan audiovisuele verbanden,
bestaan er ook clips waar deze slechts beperkt aanwezig zijn, zoals Drive Home van Steven Wilson. De
aandacht voor dit soort videoclips met weinig beeld/geluid interactie is in de literatuur echter beperkt. Om een
begin te maken aan het opvullen van dit gat in het academische discours, gaat deze scriptie in op de rol die dit
soort interactie-arme passages in videoclips vervullen. Concreet staat de vraag centraal hoe het spelen met de
mate van interactie tussen muziek en beeld in muziekvideo’s een wezenlijk onderdeel van de clip vormt om
emoties op te roepen.
De analyse heeft ervoor gezorgd dat het ontbreken van audiovisuele verbindingen in videoclips niet
alleen überhaupt (meer) erkend wordt als onderdeel van de vorm, maar heeft ook aangetoond dat het spelen
met de mate van interactie een device is om gewicht te leggen op belangrijke gebeurtenissen in de clip, de
aandacht van de kijker te sturen en emotie en betekenis op te roepen en te creëren.
Verder heeft de analyse aangetoond dat een grote verscheidenheid aan concepten die door auteurs
als Vernallis en Korsgaard reeds geïntroduceerd zijn, ook goede handvatten biedt voor de analyse van een
minder-conventionele videoclip als Drive Home. Ook is echter gebleken dat een clip als deze niet zomaar in
dezelfde hokjes te passen is als die de genoemde auteurs hebben voorgesteld. Literatuur en inzichten uit
andere genres, zoals fictiefilm, experimentele film en visual music, hebben een belangrijke bijdrage geleverd
om de video beter te kunnen definiëren. Hieruit blijkt ook nogmaals hoe interdisciplinair muziekvideo’s
kunnen zijn.
De belangrijkste conclusie is echter dat veel van de bevindingen die in deze scriptie gedaan zijn,
gebaseerd zijn op het gedetailleerd analyseren van niet alleen beeld, maar ook de muziek. Door de muziek te
doorgronden op gebied van harmonie, melodie, arrangement, dynamiek, maar ook effecten als flanger,
stereobreedte enzovoorts, kunnen muziekvideo’s genuanceerder geanalyseerd worden en wordt op een
dieper niveau verklaard hoe ze erin slagen om emotie op te roepen.