Implementatie van Europees beleid bij gemeenten
Summary
Gemeenten ondervinden regelmatig problemen met de implementatie van Europese wetgeving. Dit blijkt bijvoorbeeld uit veel juridische zaken. In dit onderzoek worden implementatieverschillen van wetgeving, die haar oorsprong vindt in Europa, onderzocht. Hiervoor is een casus gebruikt binnen het milieubeleid, de Kaderrichtlijn Luchtkwaliteit. In dit onderzoek wordt onderzocht op welke wijzen de verschillen in de implementatie van de Kaderrichtlijn Luchtkwaliteit bij het milieubeleid van gemeenten te verklaren is. Dit kon niet worden onderzocht door middel van de bestaande literatuur. De bestaande literatuur is verouderd en richt zich veelal op nationale overheden.
In zes gemeenten is onderzocht welke factoren belangrijk zijn bij de implementatie. Aan de hand van de beleidsplannen werd bepaald welke gemeenten het meest en het minst geëuropeaniseerd waren. Hiervoor werd onderscheid gemaakt tussen drie afhankelijke variabelen: Luchtkwaliteit, monitoring en naleving eisen plan. In interviews werden de factoren die uit de literatuur naar voren kwamen getoetst voor gemeenten.
De factor milieu speelt een belangrijke rol binnen de luchtkwaliteit. Gemeenten die een slechte milieusituatie hebben, hebben veel meer moeite om aan de luchtkwaliteitseisen te voldoen dan gemeenten die een betere uitgangssituatie hebben.
De empirische gegevens bevestigen een groot deel van de literatuur. Belangrijke conclusies zijn dat gemeenten die later zijn begonnen met de aanpak van luchtkwaliteit een betere luchtkwaliteit hebben en beter voldoen aan de rapportage eisen. Dit kan verklaard worden doordat gemeenten met een slechte milieusituatie eerder beginnen met de aanpak van luchtkwaliteit en tot op heden last hebben van deze slechte uitgangssituatie. De verschillen in het naleven van de eisen bij rapportages kan verklaard worden doordat gemeenten met een slechte luchtkwaliteit eerder zijn begonnen met de aanpak en al voordat de richtlijnen van kracht waren beleid hadden geschreven ter verbetering van het milieu. Met de komst van de richtlijn hebben ze het bestaande beleid omgevormd, hierbij hebben ze niet alle eisen meegenomen. Gemeenten die geen beleid hadden hebben met de komst van de richtlijn door aanpassingsdruk nieuw beleid geschreven. Zij hebben hierdoor gelijk rekening gehouden met de eisen die van kracht waren, waardoor zij aan meer eisen voldoen dan gemeenten die hun beleid hebben aangepast aan de richtlijn.
Een andere belangrijke conclusie is dat grotere gemeenten op bepaalde gebieden minder goed en op bepaalde gebieden beter zijn geëuropeaniseerd. Op het gebied van monitoring doen grotere gemeenten het beter. Grotere gemeenten hebben meer (financiële) mogelijkheden om materiaal aan te schaffen die kunnen monitoren. Gemeenten die in meer netwerken participeren monitoren ook meer. Netwerken bevorderen implementatie doordat gemeenten van elkaar leren. Grotere gemeenten participeren in netwerken, dus mogelijk hangen grootte en netwerken samen. Grotere gemeenten hebben echter een slechtere uitkomst in luchtkwaliteit zelf. Grotere gemeenten hebben doordat ze meer mensen en bedrijvigheid hebben een slechtere uitgangssituatie