Show simple item record

dc.rights.licenseCC-BY-NC-ND
dc.contributor.advisorPrins, F
dc.contributor.authorEerd, J. van
dc.date.accessioned2010-02-08T18:02:51Z
dc.date.available2010-02-08
dc.date.available2010-02-08T18:02:51Z
dc.date.issued2010
dc.identifier.urihttps://studenttheses.uu.nl/handle/20.500.12932/4222
dc.description.abstractNaar aanleidingen van veranderingen in de maatschappij en veranderingen in het onderwijsbeleid van de overheid, heeft de onderbouw van veel scholen in voortgezet onderwijs een ontwikkeling doorgemaakt. Steeds meer scholen bewegen zich weg van het traditionele beeld, en zoeken naar een eigen profilering, passend bij de eigen doelgroep. Deze ontwikkelingen leiden ertoe dat de oude methode vaak niet meer afdoende is. Scholen krijgen de behoefte aan andersoortige leermiddelen die beter aangepast zijn aan hun profilering. Deze leermiddelen zijn er nog onvoldoende, en uitgeverijen krijgen de nieuwe wensen van scholen niet voldoende scherp om deze leermiddelen te kunnen maken. Vanwege de diversiteit in de wensen van scholen wordt er in dit onderzoek vanuit gegaan dat voor de ontwikkeling van leermiddelen massamaatwerk nodig is. Zodoende kan er aangesloten worden bij die verschillende wensen, zonder dat er per school maatwerk geleverd hoeft te worden. Massamaatwerk is voor het onderwijs echter een nieuw principe. Daarom richt dit onderzoek zich erop helder te krijgen wat massamaatwerk voor het onderwijs kan betekenen, en hoe dat ingevuld zou kunnen worden voor de onderbouw van het voortgezet onderwijs. Als eerste stap hierin wordt gezocht naar wat de hoofdlijnen zijn in de variatie die scholen in hun curriculum aanbrengen. Dit worden curriculumvarianten genoemd. De curriculumvarianten zijn ontworpen in twee verschillende studies, met twee verschillende expertpanels. In een delphionderzoek van twee ronden is het ontwerp gemaakt. Door middel van semigestructureerde interviews met een vakexpert per leergebied is dit ontwerp verder aangescherpt en ingevuld. Zodoende is geconcludeerd dat de belangrijkste curriculumvarianten voor de onderbouw op twee dimensies liggen. Op de inhoudelijke dimensie zijn de varianten vanuit vakperspectief, vanuit perspectief van de wereld en vanuit leerlingperspectief ontstaan. Op de tweede dimensie, de didactische dimensie lopen de curriculumvarianten van leraarsturing tot leerlingsturing. Ook is er bepaald hoe de inhoudelijke curriculumvarianten er uitzien wanneer ze uitgewerkt worden in het primaire proces. De waarde van het onderscheid in de curriculumvarianten is dat het onderbouwteams een analysekader biedt om de ontwikkelingen in hun school te duiden. Zodoende kan binnen het team een gezamenlijk onderwijs- en leermiddelenbeleid gevormd worden. Bovendien biedt het handvatten om een generaliseerbare vraag neer te leggen bij de uitgeverijen, zodat er leermiddelen ontwikkeld kunnen worden die de ontwikkelingen in de onderbouw ondersteunen. Tot slot worden de curriculumvarianten en de uitwerkingen ervan in verhouding gezet tot de informatie over massamaatwerk in het onderwijs. Zodoende wordt een eerste stap gezet in de ontwikkeling hiervan, en wordt meteen duidelijk wat de vervolgstappen kunnen zijn.
dc.description.sponsorshipUtrecht University
dc.format.extent1290511 bytes
dc.format.mimetypeapplication/pdf
dc.language.isonl
dc.titleCurriculumvarianten, een eerste stap op weg naar massamaatwerk. Een onderzoek naar de mogelijkheden en invullingen van massamaatwerk voor de onderbouw van het voortgezet onderwijs.
dc.type.contentMaster Thesis
dc.rights.accessrightsOpen Access
dc.subject.keywordsMassamaatwerk
dc.subject.keywordscurriculum
dc.subject.keywordsvariatie
dc.subject.keywordsonderbouw voortgezet onderwijs
dc.subject.keywordsflexibele leermiddelen
dc.subject.courseuuOnderwijskundig ontwerp en advisering


Files in this item

Thumbnail

This item appears in the following Collection(s)

Show simple item record