Verkeerd verbonden? Onderzoek naar commitment van medewerkers aan het Regionaal Inzet & Service Centrum, onderdeel van de Regiopolitie Amsterdam-Amstelland

Abstract

Dit onderzoek is uitgevoerd in het kader van de afronding van de Master Strategisch Human Resource Management. Hiervoor is een kwalitatief onderzoek uitgevoerd naar de commitment van medewerkers bij het Regionaal Inzet & Service Centrum, onderdeel van de Regiopolitie Amsterdam-Amstelland. Binnen dit bureau bestaat het vraagstuk hoe medewerkers gebonden kunnen blijven bij het bureau, om zo (kennis)uitstroom te beperken en zo mogelijk te voorkomen. Het thema ‘commitment’ is gekozen vanwege de veronderstelde positieve gevolgen van gebonden medewerkers voor organisaties. De centrale vraagstelling van het onderzoek luidt:

‘Welke aspecten hebben invloed op de binding van medewerkers aan Bureau RIC & RSC van de Politie Amsterdam-Amstelland en op welke wijze denken medewerkers dat hun binding aan het bureau zou kunnen worden versterkt?’

Middels dit onderzoek wordt er onderzocht welke factoren medewerkers binden aan het Regionaal Inzet & Service Centrum om te voorkomen dat het ongewenste verloop toeneemt. De focus is het onderzoek ligt dan ook op binding in relatie met verloop.

Er is gekozen voor een kwalitatieve aanpak om de gedragingen, ervaringen, motieven en belevingen van de medewerkers rondom binding te kunnen vatten. Daarom zijn er, naast een theoretische onderbouwing, 24 interviews gehouden met verschillende medewerkers van het Regionaal Inzet & Service Centrum. Door middel van de analysemethoden zijn de interviews vertaald naar resultaten die een antwoord geven op de vraagstelling van het onderzoek. Het theoretisch kader dat naar aanleiding van de bestudeerde wetenschappelijk literatuur is opgesteld, fungeerde gedurende het onderzoeksproces als ‘zoeklicht’ om sturing en richting te geven tijdens het verzamelen en analyseren van de data.

Uit de onderzoeksresultaten blijkt dat medewerkers een matige tot hoge commitment bij het Regionaal Inzet & Service Centrum ervaren. Deze binding is voornamelijk affectief en calculatief van aard. Verder blijkt dat er verschillende bindingsfactoren onderscheiden kunnen worden die zowel een positieve als een negatieve invloed kunnen uitoefenen. De bindingsfactoren die een negatieve invloed hebben zorgen echter voor een redelijke vertrekintentie onder de medewerkers. De binding met het Regionaal Inzet & Service Centrum kan worden vergroot wanneer de factoren die op dit moment een negatieve invloed hebben, zodanig veranderen dat zij een positieve invloed krijgen op de ontwikkeling van binding. Hiervoor worden in deze onderzoeksrapportage een aantal praktische aanbevelingen aangedragen.