Transfer bij Nederlandssprekenden met het Riffijns als moedertaal: een kwalitatief onderzoek onder eerste generatie Marokkanen in Nederland en Vlaanderen.
Summary
Tijdens mijn stage schreef ik op basis van descriptieve literatuur een contrastieve analyse
(CA), waarin ik het Riffijns met het Nederlands vergeleek. Hieruit kwamen meerdere
mogelijkheden voor positieve en negatieve transfer bij cursisten Nederlands als tweede taal
(NT2’ers) met het Riffijns als moedertaal (T1). Ik besloot de mogelijkheden als hypotheses te
vormen en die te toetsen in het huidige onderzoek. Zo werd de CA Riffijns-Nederlands dus
als uitgangspunt genomen voor dit onderzoek. De acht hypotheses betroffen uitspraak,
weglating van het pronominaal subject, tijd en aspect, bepaald lidwoord, onbepaald lidwoord,
volgorde van hoofdtelwoord, volgorde van rangtelwoord en gebruik van infinitieven.
Om de hypotheses te beantwoorden werden data verzameld uit interviews van eerste
generatie Marokkanen in Nederland en Vlaanderen. In totaal werden vijf video’s via YouTube
geraadpleegd, met daarin acht sprekers. De sprekers hadden allen het Riffijns als T1. Ook
leerden ze rond of na hun twintigste levensjaar het Nederlands. Alle sprekers woonden al
minstens 30 jaar in Nederlandstalig gebied en waren gevorderde NT2-sprekers. De dataset
voor het huidige onderzoek bestaat uit 116 uitingen, verdeeld over de acht categorieën.
Uit de analyse blijkt dat veel sprekers, ondanks hun gevorderde NT2-fase, interferentie
en positieve transfer laten zien. Ook is er veel variatie bij sprekers en soms binnen dezelfde
spreker. De hypotheses over klinkeruitspraak, tijd en aspect, bepaald lidwoord, onbepaald
lidwoord en volgorde van hoofdtelwoord worden aangenomen. De hypotheses over weglating
van het pronominaal subject, volgorde van rangtelwoord en het gebruik van infinitieven
worden verworpen.
Afgaand op de resultaten lijkt de CA Riffijns-Nederlands transfer redelijk vaak juist te
voorspellen. Bovendien moet er in acht worden genomen dat transfer duidelijker te zien is bij
NT2’ers in een beginnende fase. Dat het merendeel van de verwachte transfer ook nog bij de
gevorderde groep te zien is, lijkt mij reden om te concluderen dat de CA een accurate
voorspeller is. Echter, hier is nog meer onderzoek voor nodig.