Determinanten van Duurzame Intenties en het effect van Levensgebeurtenissen

Abstract

De klimaatverandering neemt wereldwijd toe, en om dit tegen te gaan moet in de gebouwde omgeving een duurzame transformatie plaatsvinden waarbij in totaal 7 miljoen huizen en 1 miljoen gebouwen tot goed geïsoleerde woningen en gebouwen getransformeerd worden. Gemeenten staan hierbij voor de grote uitdaging om woningeigenaren tot woningverduurzaming te bewegen. In dit onderzoek wordt onderzocht hoe capaciteiten, omstandigheden, motieven en levensgebeurtenissen in de vorm van grote onderhoudsmomenten samenhangen met intenties tot verduurzaming van de woning. Hierbij is gebruik gemaakt van survey’s, gehouden in de gemeenten Utrecht en Zeist. In dit onderzoek is de samenhang tussen capaciteiten, omstandigheden, motieven, levensgebeurtenissen en intenties tot verduurzaming van de woning onderzocht met logistische regressiemodellen.

Uit de analyse blijkt dat eigenaar-bewoners met name rond grote onderhoudsmomenten van de woning de intentie hebben ook hun woning te verduurzamen. Daarnaast blijkt dat woningeigenaren die de intentie hebben hun woning te verduurzamen vaker informatiebronnen raadplegen. Eigenaar-bewoners die al gebruik hebben gemaakt van duurzaamheidssubsidies hebben minder vaak de intentie hun woning verder te verduurzamen. Gemeenten kunnen eigenaar-bewoners die voor een groot onderhoudsmoment staan, bewegen hun woning te verduurzamen met gerichte informatiecampagnes. En eigenaar-bewoners die al een subsidie hebben voor de verduurzaming van hun woning kunnen benaderd worden met extra informatie over additionele verduurzamingsmogelijkheden. Tot slot lijkt het zinvol om minder hoogopgeleide en vermogende eigenaar-bewoners met een alternatieve beleidsstrategie te benaderen. Meer onderzoek is nodig naar hoe dit het beste gedaan kan worden.