Show simple item record

dc.rights.licenseCC-BY-NC-ND
dc.contributor.advisorSlobbe, Michel van
dc.contributor.authorMeijerhof, Mats
dc.date.accessioned2022-07-05T00:00:35Z
dc.date.available2022-07-05T00:00:35Z
dc.date.issued2022
dc.identifier.urihttps://studenttheses.uu.nl/handle/20.500.12932/41695
dc.description.abstractIn de laatste jaren komen berichten over grensoverschrijdend gedrag in de sport steeds vaker in de media. Uit onderzoek van het Mulier Instituut (2021) blijkt dat sportverenigingen desondanks (nog) onvoldoende maatregelen treffen om sociale veiligheid binnen hun vereniging te waarborgen. Dit is ondanks inspanningen vanuit nationale en lokale overheden, die al sinds 1991 bezig zijn met het veiligheid binnen de sport (Steenbergen et al., 2018). Voor gemeenten is dit aanleiding om het thema sociale veiligheid bij de lokale sportclubs onder de aandacht te brengen. Deze lokale sportclubs kennen echter relatieve autonomie, en voeren niet per definitie overheidsbeleid uit (van Bottenburg, 2007). Om inzicht te geven in de dynamiek die in dit beleidsprobleem speelt, staat het theoretische concept ‘beleidsvertaling’ (Skille, 2008) centraal. De theorie over beleidsvertaling beschrijft dat het implementeren van beleid gepaard gaat met een proces van vertaling, waarbij ontvangers beleid actief interpreteren en toepassen op hun eigen situatie (Skille, 2008). De volgende onderzoeksvraag staat centraal binnen dit onderzoek: Hoe wordt gemeentelijk sportbeleid op het gebied van sociale veiligheid vertaald door lokale sportclubs? Om deze vraag te beantwoorden, wordt binnen dit onderzoek ingezoomd op de gemeente Amsterdam en gemeente Utrecht. Binnen deze gemeenten is aan de hand van interviews met beleidsmedewerkers van beide gemeenten en een oud-medewerker van SportUtrecht in kaart gebracht hoe het beleidsontwerp op het gebied van sociale veiligheid in beide gemeenten eruit ziet. Vervolgens is in beide gemeenten met een vijftal sportclubs gesproken over het thema sociale veiligheid, om te onderzoek hoe sportclubs het beleid van hun gemeente in de praktijk vertalen. Uit de resultaten blijkt dat het beleid van de gemeente Amsterdam wordt gekenmerkt door sanctionering, met het opleggen van basiseisen aan sportclubs, waar het beleid van de gemeente Utrecht gekenmerkt wordt door de ondersteuning van sportclubs om met dit thema aan de slag te gaan. Geconcludeerd wordt dat deze verschillen in het beleidsontwerp van beide gemeenten, leiden tot verschillen tussen de beleidsvertaling door lokale sportclubs in beide gemeenten. Waar het beleidsontwerp van de gemeente Amsterdam dwingender van karakter is, leidt dit tot nauwere beleidsvertaling door sportclubs, waarbij de beleidsideeën van de gemeente Amsterdam in hoge mate worden gekopieerd, wat leidt tot een uniforme uitkomst binnen de gesproken sportclubs. Het beleidsontwerp van de gemeente Utrecht is flexibeler van aard, wat leidt tot ruimere beleidsvertaling door sportclubs, waarbij beleidsideeën meer worden aangepast aan de situatie van de individuele sportclub, wat leidt tot meer uiteenlopende uitkomsten tussen de sportclubs. Gesteld wordt dat beide beleidsontwerpen voordelen en nadelen kennen, waarbij het zoeken naar ‘lokale universaliteit’ (Sausman, Oborn & Barrett, 2016) belangrijk lijkt om het thema sociale veiligheid binnen sportclubs verder te brengen.
dc.description.sponsorshipUtrecht University
dc.language.isoNL
dc.subjectEen kwalitatief onderzoek naar de manier waarop lokale sportclubs het gemeentelijk sportbeleid op het gebied van sociale veiligheid vertalen
dc.titleSociale veiligheid: harde eis of zachte vraag?
dc.type.contentMaster Thesis
dc.rights.accessrightsOpen Access
dc.subject.keywordssociale veiligheid; sportbeleid; beleidsvertaling; beleidsontwerp
dc.subject.courseuuSportbeleid en sportmanagement
dc.thesis.id4978


Files in this item

Thumbnail

This item appears in the following Collection(s)

Show simple item record