De geheimen van DNA
Summary
Cold cases zijn zeer ernstige misdrijven zoals onopgeloste levensdelicten (moord of doodslag) waar minimaal twaalf jaar gevangenisstraf op staat. Er zijn in Nederland nog ruim 1700 cold cases die wachten op een nieuw aanknopingspunt of vernieuwende opsporingsmethode. Een nieuwe vorm van DNA-onderzoek, genetische genealogie, kan daarbij uitkomst bieden en voor nieuwe aanknopingspunten zorgen. Het doel van deze vorm van DNA-onderzoek is het vinden van familieleden van het slachtoffer of de verdachte om vervolgens via stamboomonderzoek het slachtoffer of de verdachte te identificeren. Het zijn dan ook de verschillen in het DNA, en niet enkel de overeenkomsten zoals bij regulier DNA-onderzoek, die worden onderzocht om herkomst en verwantschap vast te stellen. De afgelopen jaren zijn er zowel in Nederland als in het buitenland meerdere cold cases geweest waarbij dit type DNA-onderzoek tot een doorbraak heeft geleid. Dit brengt mij tot een onderzoek om de genetische genealogie te bekijken vanuit een strafrechtelijk perspectief. Met het oog op de omvang van dit onderzoek zal er een specifiek fundamenteel recht worden gekozen als toetsingskader. Het gaat hierbij om artikel 8 EVRM, het recht op privéleven of ook wel het recht op privacy genoemd. Grootschalig DNA-onderzoek – waarbij lichaamsmateriaal wordt afgenomen, geanalyseerd en opgeslagen – valt onder dit begrip omdat de fysieke integriteit en het verzamelen en gebruiken van (persoonlijke) informatie onderdelen van het recht op privacy zijn. De hoofdvraag die wordt beantwoord is als volgt: Aangenomen dat deskundigen met genetische genealogie iedereen kunnen identificeren als zij van 3% van de wereldbevolking een DNA-profiel opmaken, is, en zo ja onder welke voorwaarden, dan het invoeren van verplicht grootschalig DNA-onderzoek in de zoektocht naar het oplossen van cold cases te rechtvaardigen tegenover de inbreuk op de privacy volgens artikel 8 EVRM van diegenen die verplicht mee moeten werken?