Evaluatieve en motivationele consequenties van afleidende gedachten
Summary
Eerder onderzoek heeft aangetoond dat selectieve visuele aandacht kan leiden tot devaluatie van afleidende stimuli. In deze scriptie werd onderzocht of devaluatie ook plaatsvond bij afleidende gedachten. In twee studies werden afleidende gedachten over een bepaald onderwerp opgeroepen en werd er vervolgens gekeken naar de evaluatie van dit onderwerp. In Studie 1 werd geprobeerd om afleidende gedachten over vakantie op te roepen door proefpersonen bloot te stellen aan auditieve vragen over vakantie tijdens een ruimtelijk inzichttaak. In Studie 2 werd geprobeerd afleidende gedachten over een plaatje van een achtbaan op te roepen door proefpersonen de instructie te geven om gedachten aan dit plaatje te onderdrukken (suppressie). Van deze instructie is bekend dat het juist afleidende gedachten aan dit onderwerp op kan roepen. Ook werd onderzocht of er naast evaluatieve ook motivationele consequenties waren voor de afleidende stimuli. De hoofdhypothese in dit artikel was dat afleidende gedachten leiden tot devaluatie van het onderwerp van de afleidende gedachte en dat dit ook leidt tot minder motivatie om bezig te zijn met gedrag dat met het onderwerp van deze afleidende gedachte te maken heeft. De resultaten van Studie 1 boden geen bewijs voor deze hypothese. Mogelijk was dit te wijten aan de manipulatie van de stimuli en de opzet van het onderzoek. De resultaten van Studie 2 steunden deze hypothese gedeeltelijk. In deze studie was een conditie toegevoegd met twee evaluatiemetingen, één voor en één na de suppressie. Hierbij werd gevonden dat een plaatje negatiever geëvalueerd werd nadat deze onderdrukt was, vergeleken met vóórdat deze onderdrukt was. Afleidende gedachten door suppressie leidden in dit geval dus tot devaluatie. Mogelijk is devaluatie het best te meten in onderzoek met een within-design.