Dieren in beeld: de representatie van dierenpersonages
Summary
Binnen dit onderzoek is de representatie van dierenpersonages binnen drie Nederlandse, fictieve, kindertelevisieseries van de publieke omroep onderzocht: Nijntje, avonturen groot en klein (seizoen 2), Kikker en zijn vriendjes (seizoen 1) en Woezel en Pip (seizoen 3). Door middel van een semiotische vergelijkende analyse werden de dierenrepresentaties onderzocht. Daarbij stond de volgende vraag centraal: Hoe worden dierenpersonages gerepresenteerd binnen Nederlandse, fictieve kindertelevisieseries voor jonge kinderen (2-6)? De drie programma’s zijn allen onderzocht op basis van denotatie- en connotatieniveau (zowel de letterlijke als de contextuele tekens) en met elkaar vergeleken. Daarbij werd een kritisch mediawetenschappelijk perspectief toegepast, waarbij rekening werd gehouden met zowel dierlijke als menselijke perspectieven.
Binnen de onderzochte dierenrepresentaties werden verschillende betekenislagen ontleed: dierlijke en menselijke betekenislagen, de representatie als hybride mengvorm en de toespitsing op het publiek. Daarbij werden de dierenrepresentaties door middel van een analyse spectrum met twee gradaties, fantasie-werkelijkheid en versimpeling, belicht. Enerzijds kunnen de dierlijke en menselijke betekenislagen apart worden gerelateerd aan de werkelijkheid. Er worden namelijk zowel directe als onderliggende aspecten van het werkelijke dierlijke en werkelijke menselijke leven gerepresenteerd. De representatie is echter beperkt in dat wat er wordt getoond. Er wordt enkel gericht op sociaal wenselijke, positieve en niet ingewikkelde werkelijkheidsaspecten. Anderzijds kan de dierenrepresentatie worden belicht vanuit fantasie; een onjuiste of andere werkelijkheid. Bepaalde aspecten van het dierlijke en het menselijke zijn verweven met elkaar tot één geheel beeld. Daarbij speelt antropomorfisme een belangrijke rol; dierenpersonages worden gepresenteerd met menselijke kenmerken, eigenschappen en omgeving. Deze mengvorm komt in de werkelijkheid niet voor, maar berust op fantasie. De dierenpersonages zijn daarmee als geheel een complexe mengvorm met meerdere betekenislagen.
Daarnaast is de gradatie van versimpeling van toepassing op de vorm en het publiek van de onderzochte dierenrepresentaties. Details en de complexe werkelijkheid worden niet gepresenteerd in vormgeving of inhoud, maar dierenrepresentaties worden tot een simpele, positief geladen presentatie gereduceerd. Dit sluit enerzijds aan op het begrip en de mediapreferenties van jonge kinderen. Anderzijds kan de versimpeling worden gerelateerd aan de werkelijkheidsgradatie, in het weglaten van ingewikkelde en negatieve werkelijkheidsaspecten. In tegenstelling tot de complexe gelaagdheid van dierenrepresentaties als geheel, wordt dan in de vormgeving juist versimpeling ontleed.
Dierenrepresentaties zijn gelaagder dan tot op heden werd belicht binnen het academische debat. Bewustzijn van de gelaagdheid van dierenrepresentaties is van belang voor de beeldvorming over dieren en begrip van de positie van dieren en mensen binnen de samenleving. Het gehanteerde en gepresenteerde analyse spectrum van dit onderzoek, kan daarbij worden ingezet om de dierenrepresentaties nauwkeuriger en vollediger te belichten.