Het waarom van technologie op de werkvloer. Een onderzoek naar de relatie tussen technologie-attributies en medewerkerwelzijn in gerobotiseerde en geautomatiseerde arbeidssituaties
Summary
Deze studie biedt een nieuw perspectief binnen het wetenschappelijke debat omtrent medewerkerwelzijn in gerobotiseerde en geautomatiseerde arbeidssituaties. Onderzocht is in hoeverre technologie-attributies – oftewel: de achterliggende redenen die medewerkers toeschrijven aan de organisatiebeslissing voor de inzet van technologie – gerelateerd zijn aan affectieve betrokkenheid en herstelbehoefte van medewerkers. Daarvoor is kwantitatief vragenlijstonderzoek uitgevoerd in een viertal technologiecontexten: (1) bestelcomputers in fastfoodrestaurants, (2) automatische tracks in klinisch-chemisch laboratoria, (3) een administratierobot in een HR Service Center en (4) een event afhandelsysteem binnen een alarmcentrale (N=250, responspercentage 40,7%).
In dit onderzoek stonden vier technologie-attributies centraal. Aan de directe gebruikers van de technologie is gevraagd in hoeverre één concrete technologie op de werkvloer bedoeld is om (1) de gewenste product- of servicekwaliteit te leveren aan klanten (kwaliteitsattributie), (2) medewerkerwelzijn te bevorderen (welzijnsattributie), (3) kostenreductie na te streven (kostenreductie-attributie) en (4) meer werk gedaan te krijgen door medewerkers
(medewerkerexploitatie-attributie).
Op basis van multipele hiërarchische regressieanalyses is geconcludeerd dat welzijnsattributies, ongeacht de technologiecontext, positief gerelateerd zijn aan affectieve betrokkenheid (𝛽=.269; p<.001). Medewerkerexploitatie-attributies vertonen een positief verband met herstelbehoefte, maar alleen voor medewerkers die werken met bestelcomputers (𝛽=.248.; p<.01). Beide technologie-attributies staan daarmee in relatie tot twee verschillende dimensies van medewerkerwelzijn, waarbij een positieve attributie samengaat met een positieve welzijnsindicator en een negatieve attributie samengaat met een negatieve welzijnsindicator. Voor zowel kwaliteitsattributies als kostenreductie-attributies is geen relatie gevonden met affectieve betrokkenheid of herstelbehoefte. De gevonden relaties staan los van verschillen in ervaren job control, robotattitude, acceptatie van de betreffende technologie en de hoeveelheid ervaring met de technologie.
Voor twee van de vier onderzochte technologie-attributies is dus een relatie gevonden met medewerkerwelzijn. De onderzoeksresultaten onderstrepen daarmee dat er een genuanceerd beeld noodzakelijk is wanneer wordt gesproken over dé relatie tussen technologie-attributies en medewerkerwelzijn. Hierbij valt te denken aan het verschil in resultaten tussen medewerkergeoriënteerde en organisatiegeoriënteerde technologie-attributies, de
verschillende dimensies waarmee een relatie is aangetoond (affectieve betrokkenheid óf herstelbehoefte), de mogelijke invloed van contextkenmerken bij het vinden van relaties en de mogelijkheid om meerdere technologie-attributies in samenhang te bestuderen. De resultaten van deze studie kunnen derhalve worden gezien als een startschot voor verder onderzoek.
Met dit onderzoek is aangetoond dat het beeld van medewerkers omtrent het WAAROM van technologie op de werkvloer daadwerkelijk gerelateerd is aan medewerkerwelzijn. Het feit dat bepaalde technologie-attributies ‘ertoe doen’ onderstreept de urgentie van het thema, zowel voor de wetenschap als de praktijk.