De framing van dreigingen: de politieke gevolgen van de kredietcrisis, 2007-2011, in een historisch vergelijkend veiligheidsperspectief
Summary
In deze scriptie wordt er gekeken naar de politieke gevolgen van de economische crisis. Hierbij wordt ingegaan op één specifiek politiek aspect, namelijk de framing van existentiële dreigingen voor de werkgelegenheid in Nederland en het Verenigd Koninkrijk. Hierbij is gebruik gemaakt van de securitiseringtheorie in een historische variant. Deze scriptie test de hypothese dat er in een gecontroleerde markteconomie, Nederland, meer securitisering plaatsvindt dan in een liberale markteconomie, het Verenigd Koninkrijk. Dit is logisch, omdat in een gecontroleerde markteconomie de overheid meer controle heeft over de markt en daarom ook sneller iets zou kunnen doen aan werkgelegenheid. In de periode 2005-2006 was te zien dat er in het Verenigd Koninkrijk tegen de verwachting in meer securitisering was dan in Nederland. Tijdens de economische crisis, in 2010, veranderde dit. De securitisering werd in Nederland groter, terwijl het in het Verenigd Koninkrijk afnam. Dit is ook bij de eerste verkiezingen na de economische crisis, in 2012 en 2015, het geval. Deze verschillen moeten echter niet in het licht van deze verschillende economieën gezien worden, maar juist in die van het politieke systeem. Uit onderzoek blijkt dus dat de hypothese de test niet heeft doorstaan.