View Item 
        •   Utrecht University Student Theses Repository Home
        • UU Theses Repository
        • Theses
        • View Item
        •   Utrecht University Student Theses Repository Home
        • UU Theses Repository
        • Theses
        • View Item
        JavaScript is disabled for your browser. Some features of this site may not work without it.

        Browse

        All of UU Student Theses RepositoryBy Issue DateAuthorsTitlesSubjectsThis CollectionBy Issue DateAuthorsTitlesSubjects

        Het relationele paradigma. De bestaanswijze van literatuur en haar contact met de lezer

        Thumbnail
        View/Open
        Thesis.BachelorFilosofie.C.A.ZwijnenburgCynthia.5914353.EindVersie.pdf (551.8Kb)
        Publication date
        2021
        Author
        Zwijnenburg, C.A.
        Metadata
        Show full item record
        Summary
        In deze thesis behandel ik het werk Literatuur, autonomie en engagement. Pleidooi voor een nieuw paradigma van de filosoof Aukje van Rooden. In dit werk pleit Van Rooden voor een nieuw paradigma dat het theoretisch vacuüm, dat is ontstaan na het einde van de Romantiek, moet vervangen. In de Romantiek bestond het romantische paradigma. De romantici streefden in dit paradigma naar de verbinding tussen tegendelen en heterogene elementen, zoals autonomie en engagement. Esthetische autonomie werd volgens de romantici niet beïnvloed door dogma’s. Na het einde van de Romantiek is volgens Van Rooden het weggevallen romantische paradigma niet vervangen voor een ander paradigma en is er een spraakverwarring over het begrip ‘autonomie’ ontstaan. Van Rooden biedt als oplossing het relationele paradigma. Dit paradigma schetst een nieuwe benadering: een ontologische benadering die zich richt op het verbinding-leggend zijnde dat de literatuur is. De autonomie en het engagement van literatuur is gelegen in dit verbinding-leggend zijnde. In het relationele paradigma krijgt de lezer een grote verantwoordelijkheid, de lezer mag bepalen of hij een geschreven werk ‘literair’ wil noemen. Daarnaast stelt Van Rooden dat taal in het relationele paradigma van secundair belang is. In dit paper wordt de vraag gesteld: in hoeverre kan taal als ontisch element van een (literair) werk van secundair belang zijn als de lezer bepaald of een werk al dan geen literair werk is? In hoofdstuk 1 ‘Het romantische paradigma’ plaats ik Van Rooden in het filosofische debat over de romantische invloeden op de hedendaagse kunst- en literatuurbeschouwing en zet ik het romantisch paradigma uiteen. Ik licht in hoofdstuk 2 ‘Het relationele paradigma’ het relationele paradigma van Van Rooden toe. In hoofdstuk 3 ‘De verantwoordelijkheid van de lezer en taal als element’ zet ik mijn punten van kritiek uiteen.
        URI
        https://studenttheses.uu.nl/handle/20.500.12932/40605
        Collections
        • Theses
        Utrecht university logo