Risicofactoren in relatie met gewelds- en vermogensdelinquenten

Abstract

Dit onderzoek gaat in op de verschillen tussen vermogensdelinquenten, geweldsdelinquenten en proactieve geweldsdelinquenten met betrekking tot het aantal risicofactoren die zij in hun leven ondervinden. Op basis van literatuuronderzoek werd verwacht dat vermogensdelinquenten minder risicofactoren zouden hebben ondervonden dan geweldsdelinquenten en proactieve geweldsdelinquenten. Verder werd verwacht dat proactieve geweldsdelinquenten de meeste risicofactoren zouden hebben ondervonden. In ambulante forensische instellingen uit Almere en Den Haag heeft een dossieranalyse van 145 dossiers, afkomstig uit deze instellingen, plaatsgevonden. De leeftijd van de jongens lag tussen de 13 en 20 jaar (M = 16.1, SD = 1.4). Er is sprake van een selecte steekproef: alleen participanten die hebben deelgenomen aan een EQUIP behandeling werden geselecteerd. Er is een somscore en een gemiddelde score van het aantal risicofactoren per participant gemaakt en deze scores zijn met behulp van een Kruskal- Wallis toets met elkaar vergeleken. Er bleek geen significant verschil te bestaan in het totaal of gemiddelde aantal risicofactoren tussen de drie types delinquenten. Wel werd er een significant verschil gevonden tussen de drie types delinquenten op de risicofactor ‘omgaan met boosheid’: vermogensdelinquenten ondervinden minder problematiek in het omgaan met boosheid dan geweldsdelinquenten. Proactieve geweldsdelinquenten vormen hierin de middenmoot.