"Als verbonden liefhebbers der Poëzy": De posities van de toneeluitgever en -auteur in het sociale creatieve veld van zeventiende-eeuws Amsterdam
Summary
Sociale netwerken en kennisuitwisseling liggen ten grondslag aan het analytische model van het creatieve veld van een stad van Allen Scott (2010). Het model legt de verschillende ‘cirkels’ waaruit een creatieve industrie bestaat bloot: de eerste cirkel is de kernsector, de tweede betreft aan de kernsector complementaire beroepen, de derde cirkel is de bredere arbeidsmarkt daaromheen, de vierde cirkel bestaat uit contextuele componenten en de vijfde cirkel betreft politieke figuren. Het analysemodel gaat uit van het idee dat de kernsector die de binnenste cirkel claimt, het voor die creatieve industrie onmisbare beroep betreft waarmee alle andere cirkels verbonden zijn. Ik heb dit model toegepast op de toneeldrukindustrie van zeventiende-eeuws Amsterdam. Daarbij ben ik vertrokken vanuit de hypothese dat ofwel de drukker-uitgever ofwel de acteur-dichter de binnenste cirkel mag claimen. Maar wie? Maakt de acteur-dichter Van Germez óf de uitgever-dichter Lescaille meer aanspraak op de binnenste cirkel van het model van het creatieve veld van de stad van Allen Scott, wanneer deze wordt toegepast op de toneeldrukindustrie van zeventiende-eeuws Amsterdam?
Vertrok mijn onderzoek vanuit de veronderstelling dat er een duidelijk verschil tussen de sociale netwerken van de uitgever-dichter en acteur-dichter aan te wijzen zou zijn, het eindigde juist verzoenend. De twee mannen hebben mogelijk gedeeld in een vriendschap die hun carrières vooruit hielp en daarnaast vertoonden hun sociale netwerken een opvallend aantal overeenkomsten. Ten eerste onderhielden beide sterke relaties met actoren uit twee van de vier sociale cirkels van Scotts model: Lescaille met zijn tweede en vijfde cirkel, Van Germez met zijn eerste, oftewel eigen cirkel, en derde cirkel. Daarnaast maakten zij gebruik van een soortgelijke tactiek om vriendschappen te bekrachtigen: ze zetten hun schrijfproducten ervoor in. Tot slot gingen zij beide een strategisch huwelijk aan ter bevordering van hun carrière én was hun directe werkomgeving een sociale brandhaard voor toneelarbeiders en -liefhebbers, waar constant creativiteit en kennis werd uitgewisseld. Ik berust in de voorlopige conclusie dat Lescaille als uitgever-dichter en Van Germez als acteur-dichter evenveel aanspraak maken op de kernsector van de toneeldrukindustrie van zeventiende-eeuws Amsterdam.