‘Moeders Type-D persoonlijkheid onderzocht als voorspeller voor de sociaal-emotionele ontwikkeling van het kind: zijn er ook sekseverschillen?’

Abstract

Achtergrond. Onderzoek wijst uit dat 11% tot 28% van de 0-12-jarigen last heeft van sociale, emotionele of gedragsproblemen. Echter is er geen volledig beeld van de factoren die bijdragen aan de ontwikkeling van deze problemen. Zo ook niet de rol van moeders hierin. Doel. In het huidige onderzoek werd het verband tussen de mate van een Type-D persoonlijkheid bij moeders op de sociaal-emotionele ontwikkeling van het kind onderzocht. Hierbij werd gekeken of dit verband anders was voor de sekse van het kind. Methode. De steekproef bestond uit 398 moeders met een kind tussen de 24 en 42 maanden oud (M = 32.23, SD = 5.18; 52% zonen). Deze moeders hebben deelgenomen aan een observatie en een testafname bij hun kind, en hebben meerdere vragenlijsten ingevuld. Dit gaf informatie over demografische gegevens van de participanten, de mate van negatieve affectiviteit, sociale geremdheid en de mate van een Type-D persoonlijkheid (vragenlijst van Denollet) en de sociale-emotionele ontwikkeling van kinderen tussen de 2 en 42 maanden (Bayley III-Social Emotional Questionnaire). Resultaten. Uit de hiërarchische multipele regressie bleek geen significant verband tussen de mate van een Type-D persoonlijkheid en de sociaal-emotionele ontwikkeling van het kind, en geen significante verbetering door het toevoegen van een interactieterm tussen een Type-D persoonlijkheid en sekse van het kind. Conclusie. Type-D persoonlijkheid is mogelijk een kleinere risicofactor dan gedacht. Deze bevinding biedt informatie voor de klinische setting, om beter de voorspellers van de sociaal-emotionele ontwikkeling in kaart te brengen. Suggesties voor vervolgonderzoek worden gegeven.