De Relatie Tussen Taalvaardigheid en Prosociaal gedrag, en de rol van Zelfregulatie
Summary
Taalvaardigheid heeft een positieve associatie met prosociaal gedrag. Een betere taalvaardigheid zorgt ervoor dat kinderen beter kunnen communiceren over gevoelens en behoeften, en kunnen ze hun eigen gedrag beter reguleren. In deze thesis wordt de relatie tussen twee aspecten van taalvaardigheid (syntactische taalvaardigheid en receptieve woordenschat) en prosociaal gedrag onderzocht bij kinderen in de leeftijd van vier tot tien jaar. Hierbij wordt onderzocht of zelfregulatie een mediator is binnen dit verband. De onderzoeksvraag luidt: “In hoeverre is er een relatie tussen taalvaardigheid (syntactische taalvaardigheid en receptieve woordenschat) en prosociaal gedrag, en in welke mate wordt dit verklaard door zelfregulatie?”. De verwachting was, gebaseerd op literatuur, dat er positieve associaties tussen de verbanden werden gevonden en dat zelfregulatie een mediator was binnen dit verband. De onderzoeksgroep bestond uit 36 eentalig Nederlandssprekende kinderen met een gemiddelde leeftijd van 85 maanden. Prosociaal gedrag en zelfregulatie zijn gemeten met een subschaal van een gedragsvragenlijst ingevuld door ouders. Syntactische taalvaardigheid is gemeten middels een zinsherhaaltest (Litmus-SR) bij de kinderen, receptieve woordenschat is gemeten middels de Peabody Picture Vocabulary Test. Uit de resultaten blijken geen significante verbanden tussen taalvaarvaardigheid en prosociaal gedrag, tevens blijkt zelfregulatie geen mediator te zijn in dit verband.