Bedrijvendynamiek in Woonwijken. Wijken stedelijke woonwijken af?
Summary
Beleidsmatig is er recentelijk veel aandacht voor de wijkeconomie. Het werk moet weer terug naar de wijk omdat dit een bijdrage levert aan de leefbaarheid, vitaliteit, veiligheid, levendigheid en sociale cohesie in woonwijken. Hoewel er in het beleid veel aandacht is voor bedrijvigheid en ondernemerschap in wijken is hier nog maar weinig onderzoek naar gedaan. De centrale vraag in dit onderzoek is dan ook: Wat is de bedrijvendynamiek in woonwijken en in hoeverre zijn wijkkenmerken van invloed op de oprichting van nieuwe bedrijven?
Op basis van de resultaten van het onderzoek kan worden geconcludeerd dat stedelijke woonwijken terrein verliezen ten opzichte van andere locaties in Nederland: zowel de groei van aantal bedrijfsvestigingen als de groei van de werkgelegenheid blijft achter bij andere locaties in Nederland. Dit geldt voor alle sectoren en iedere grootteklasse en niet voor een specifiek type bedrijven in het bijzonder. Er worden weliswaar relatief veel bedrijven opgericht in stedelijke woonwijken, ook het aantal bedrijfsopheffingen is hoog waardoor het saldo van oprichtingen en opheffingen gelijk is aan dat van Nederland als geheel. De achterblijvende ontwikkeling van stedelijke woonwijken wordt veroorzaakt door een achterblijvende groei van bedrijven en een negatief verhuissaldo. Het laatste betekent dat er ieder jaar meer bedrijven vertrekken uit stedelijke woonwijken naar andere locaties dan er zich van elders vestigen. Dit komt omdat stedelijke woonwijken meer startlocaties zijn en in mindere mate groeilocaties: bedrijven die de stedelijke woonwijk verlaten groeien harder dan gemiddeld. Het lijkt erop dat de met groei gepaard gaande vraag om ruimte en een betere bereikbaarheid in stedelijke woonwijken niet voorhanden is. Zo is de groei van bedrijven en werkgelegenheid op formele bedrijvenlocaties (bedrijventerreinen en kantorenlocaties) juist bovengemiddeld. Beleidsmatig is de doelstelling met betrekking tot het behoud en terugkeer van bedrijvigheid in woonwijken dus ‘roeien tegen de stroom in’.
Wat betreft de invloed van wijkkenmerken op de oprichting van bedrijven blijkt dat vooral regionale kenmerken van invloed zijn op het aantal bedrijven dat wordt opgericht in stedelijke woonwijken. Wat betreft het wijkniveau zijn er aanwijzingen dat de beschikbaarheid van geschikte bedrijfshuisvesting en de juridische en planologische mogelijkheden in wijken bepalend zijn voor het aandeel bedrijven dat wordt opgericht. Dit geldt met name voor oprichtingen in de consumentendiensten. Ook de bevolkingssamenstelling van wijken heeft invloed op het aantal bedrijfsoprichtingen. Oprichtingen in de zakelijke diensten en niet-diensten worden vooral beïnvloed door de regio. Deze regionale factoren zijn maar zeer indirect met beleid te beïnvloeden: het gaat dan om agglomeratiefactoren, regionale vraagfactoren, arbeidsmarktfactoren en cultuur. Bovendien zullen het vooral de kenmerken van de inwoners zijn die bepalen of er veel of weinig bedrijven worden opgericht. Het is de vraag of het dan nodig is om persoonsgerichte projecten op wijkniveau te organiseren. Dit pleit voor beleid dat ondernemerschap in zijn algemeenheid bevordert op regionaal/stedelijk en nationaal niveau. Hierbij valt te denken aan het wegnemen van barrières (regeldruk, financieel) en het onder de aandacht brengen van ondernemerschap onder de bevolking (in het onderwijs, een verandering in de perceptie ten aanzien van ondernemersc