Reciproke PP’s als reflexieve partikels: In elkaar en uit elkaar
Summary
In dit eindwerkstuk wordt ingegaan op gebruiksvormen van in elkaar en uit elkaar met enkelvoudige antecedenten (in elkaar storten, uit elkaar groeien). De algemene consensus is dat deze gebruiksvormen volledig idiomatisch zijn. Aan de hand van corpusvoorbeelden van dergelijke reciproke PP’s en op basis van literatuurvergelijkend onderzoek wordt een sterke gelijkenis gevonden met zogenaamde reflexieve partikels (instorten, uitgroeien). Tot slot wordt een mogelijke verklaring voor de aanwezigheid van het wederkerig voornaamwoord in deze reciproke PP’s geopperd. Het blijkt dat de reciproke betekenis van het wederkerig voornaamwoord bij deze speciale reciprociteit niet geheel verdwenen is. Ook in deze reflexieve constructies duidt elkaar in feite op een onderliggend meervoudig antecedent.