Show simple item record

dc.rights.licenseCC-BY-NC-ND
dc.contributor.advisorDoorn, M van
dc.contributor.advisorVermande, M
dc.contributor.authorPijkeren, H. van
dc.contributor.authorBonten, J.W.C.
dc.contributor.authorBree, M.H. van
dc.contributor.authorBoer, V. van den
dc.date.accessioned2018-09-27T17:01:40Z
dc.date.available2018-09-27T17:01:40Z
dc.identifier.urihttps://studenttheses.uu.nl/handle/20.500.12932/39665
dc.description.abstractIn deze studie wordt onderzocht of er een relatie bestaat tussen het meemaken van een scheiding en de rapportage van probleemgedrag door adolescenten. De onderzoeksgroep bestaat uit adolescenten van 12 tot en met 16 jaar uit scheidingsgezinnen. Voor dit onderzoek zijn vragenlijsten afgenomen in klassen 1, 2 en 3 van middelbare scholen verspreid door Nederland. Er zijn hypothesen opgesteld vanuit de literatuur met betrekking tot de leeftijd van het kind ten tijde van de scheiding en de rapportage van probleemgedrag. Verwacht werd dat adolescenten die op jonge leeftijd een scheiding meemaken meer internaliserend en externaliserend probleemgedrag zouden rapporteren dan adolescenten die op oudere leeftijd de scheiding van ouders meemaken. Daarnaast werd verwacht dat de minste internaliserende problemen zouden worden gerapporteerd door adolescenten die te maken hebben met een co-ouderschapsituatie, gevolgd door vadergezinnen met contact met moeder, vadergezinnen zonder contact met moeder, moedergezinnen met contact met vader en moedergezinnen zonder contact met vader. Met betrekking tot externaliserende problemen werd verwacht dat de minste problemen zouden worden gerapporteerd door adolescenten in een co-ouderschapsituatie. Daarna bij moedergezinnen met contact met vader, moedergezinnen zonder contact met vader, vadergezinnen met contact met moeder en vadergezinnen zonder contact met moeder. Op basis van dit onderzoek kan geen van de hypothesen bevestigd worden. In tegenstelling tot de verwachting zijn er geen significante verschillen gevonden tussen de leeftijdsgroepen en verschillende woonsituaties met betrekking tot probleemgedrag. Er wordt aanbevolen om vervolgonderzoek uit te voeren met een grotere aselecte steekproef om de kans dat resultaten op toeval berusten te verkleinen.
dc.description.sponsorshipUtrecht University
dc.format.extent106546
dc.format.mimetypeapplication/pdf
dc.language.isonl
dc.titleDe Relatie tussen Leeftijd en Woonsituatie na Scheiding en Probleemgedrag van Adolescenten
dc.type.contentBachelor Thesis
dc.rights.accessrightsOpen Access
dc.subject.keywordsScheiding; adolescenten; probleemgedrag; internaliserend; externaliserend
dc.subject.courseuuPedagogische Wetenschappen


Files in this item

Thumbnail

This item appears in the following Collection(s)

Show simple item record