De reparatie van een koloniaal verleden: een geschiedfilosofisch onderzoek naar de ethische dimensie van de Nederlandse reparatiepolitiek betreffende de Indonesische onafhankelijkheidsoorlog
Summary
Dit geschiedfilosofische onderzoek is gericht op de vraag in hoeverre de Nederlandse regering in de
reparatiepolitiek van de periode 2008 tot en met 2017 omtrent de Indonesische
onafhankelijkheidsoorlog de ethische dimensie van het repareren van historisch onrecht in
aanmerking nam. Het onderzoek is gepositioneerd binnen het bredere wetenschappelijke debat
over reparatiepolitiek en over de conflicten die kunnen ontstaan wanneer het verleden onderwerp
wordt van politiek debat. Daarnaast neemt het een positie in binnen het wetenschappelijke debat in
Nederland over de reparatie van het onrecht dat de voormalige kolonie Indonesië werd aangedaan
tijdens de dekolonisatieperiode. Door middel van een critical discourse analysis van
overheidsdocumenten over het debat rondom de Rawagede-rechtszaak, het aanbieden van excuses
en het doen van een grootschalig onderzoek wordt aangetoond dat de Nederlandse regering aan de
hand van reparatiepolitiek de onafhankelijkheidsoorlog in een afgesloten verleden probeert te
plaatsen en een sterke nadruk legt op de epistemologische aspecten van historisch onderzoek, beide
ter voorkoming van politieke en juridische consequenties. Hierbij wordt actief een ethische dimensie
buiten beschouwing gelaten. Bij het formuleren van deze conclusie spelen de inzichten van
historicus Berber Bevernage een beduidende rol. Breder gezien onderschrijft dit onderzoek de
‘performativiteit’ van historische discoursen: praten over het verleden en over historisch onderzoek
is niet louter beschrijvend, maar kan tevens significante socio-politieke gevolgen tot stand brengen.
Dit is een aanmerkelijk gegeven in een wereld waarin het verleden steeds vaker onderwerp is van
politiek debat.