Show simple item record

dc.rights.licenseCC-BY-NC-ND
dc.contributor.advisorTerlouw, C.P.
dc.contributor.authorEngelbert, J.L.
dc.date.accessioned2021-06-21T18:00:14Z
dc.date.available2021-06-21T18:00:14Z
dc.date.issued2021
dc.identifier.urihttps://studenttheses.uu.nl/handle/20.500.12932/39586
dc.description.abstractDe Nederlandse overheid heeft met het ondertekenen van het Klimaatakkoord van Parijs toegezegd alle woningen in Nederland in 2050 van het gas af te hebben gehaald. Er is ervoor gekozen om per wijk de huizen van het aardgas af te halen. In 2018 zijn er zogeheten pilotwijken geselecteerd. Deze wijken hebben een subsidie gekregen om te verkennen hoe men het beste aardgasvrij kan worden. Door middel van participatiemethoden pogen zij burgers in de wijk te stimuleren om van het aardgas af te gaan. In deze thesis is onderzoek gedaan naar welke factoren invloed hebben op de inzet van participatiemethoden om burgers te stimuleren hun woning aardgasvrij te maken. De volgende factoren zijn onderzocht: De sociaaleconomische omstandigheden, de stedelijkheid, de verhouding tussen huur en koop woningen, de gebruikte participatiemethoden en wie het initiatief heeft (burgers of de gemeenten). Om dit te onderzoeken zijn er interviews afgenomen bij ambtenaren en burgers die meewerken aan het aardgasvrij maken van hun wijk. Uit de interviews bleek dat voornamelijk de sociaaleconomische omstandigheden veel invloed hebben op een succesvolle inzet van participatiemethoden om burgers te stimuleren aardgasvrij te worden. Als de burgers in de wijk weinig geld te besteden hebben, zijn ze minder geneigd te investeren in een aardgasvrij woning. Zelfs met subsidies wordt er een eigen bijdrage verwacht, waardoor veel burgers afhaken. Het initiatief heeft ook veel invloed op de succesvolle inzet. Op het moment dat burgers het initiatief nemen en de participatiemethoden door burgers worden opgezet en uitgevoerd, is de kans groter dat andere burgers daardoor gestimuleerd worden. Dit komt doordat de afstand tussen burgers als minder groot wordt ervaren dan de afstand tussen burgers en de gemeenten . Stedelijkheid had een lichte invloed op de succesvolle inzet. Bij lage stedelijkheid is de kans groter dat er meer sociale cohesie is onder de wijkbewoners. Door deze sociale cohesie is de kans groter dat participatiemethoden eerder hun gewenste effect bereiken. Daarnaast is stedelijkheid ook van belang voor specifieke participatiemethoden. Een vast aanspreekpunt heeft meer effect in stedelijke wijken, aangezien er veel mensen zijn die potentieel bereikt kunnen worden. Langs de deuren gaan is effectiever in landelijke wijken vanwege het eerdergenoemde verschil in sociale cohesie. Wat het meest invloed heeft gehad op de succesvolle inzet van participatiemethoden is geld. In alle interviews kwam naar voren dat er te weinig geld was om de hele wijk aardgasvrij te maken. De eigen bijdrage die de burgers moeten betalen om hun woning aardgasvrij te maken is te hoog. Veel burgers willen graag aardgasvrij willen, maar niet tegen elke prijs.
dc.description.sponsorshipUtrecht University
dc.format.extent3625918
dc.format.mimetypeapplication/pdf
dc.language.isonl
dc.titleNederland Aardgasvrij in 2050
dc.type.contentMaster Thesis
dc.rights.accessrightsOpen Access
dc.subject.keywordsParticipatiemethoden, burgerinitiatief, aardgasvrij, wijkomstandigheden, wijkgerichte aanpak, stedelijkheid.
dc.subject.courseuuHuman Geography


Files in this item

Thumbnail

This item appears in the following Collection(s)

Show simple item record