Vrouwelijke identiteit en Zelfrepresentatie in de achttiende eeuw
Summary
In de achttiende eeuw werden vooral door de hoogste sociale klassen in de Nederlandse Republiek opdrachten gegeven voor het maken van portretten. Middels deze portretten werd een identiteit uitgedrukt. Deze scriptie onderzoekt de identiteit die vrouwen zich aanmaten inde achttiende eeuw en de manier waarop deze wordt gevisualiseerd op portretten. De casestudie bestaat uit twee Zeeuwse zussen, die ieder een aantal portretten hebben laten vervaardigen tijdens hun leven. Aan de hand van de term zelfrepresentatie (afkomstig van Stephen Greenblatt's theorie over "self-fashioning") wordt de visuele identiteit van de vrouwen onderzocht. In overeenstemming met de theorie van Greenblatt wordt in de hoofdstukken aandacht besteed aan de omgeving waarin de portretten tot stand zijn gekomen, de portretten zelf (het middel) en de interpretatie van de identiteiten. Er komen verschillende identiteiten aan het licht: de zussen waren Oranjegezinden en identificeerden zich hiermee in hun portretten. Daarnaast identificeerden de vrouwen zich met het moederschap, de vrouwen zijn op hun familieportretten afgebeeld als het centrum van hun gezinsleven. Daarnaast waren de klassieke schoonheids- en levensidealen belangrijk, zoals het leden van de aristocratie betaamde.