Zij-instromers in het voortgezet onderwijs. De aansluiting van de lerarenopleiding en het inductieprogramma op de onderwijspraktijk
Summary
Er bestaan grote zorgen over de beschikbaarheid en kwaliteit van docenten in het voorgezet onderwijs in Nederland. Maar liefst veertig tot vijftig procent van de startende docenten verlaat het onderwijs binnen vijf jaar, doordat zij problemen ervaren door ontbrekende kennis en vaardigheden: ze ervaren een praktijkschok. In reactie op het lerarentekort, stimuleert de Nederlandse Rijksoverheid de aanwas van zij-instromers en invoer van inductieprogramma’s. In deze studie wordt onderzocht in hoeverre de opleiding van zij-instromers, bestaande uit lerarenopleiding en inductieprogramma, bijdraagt aan vermindering van de praktijkschok. Dit werd onderzocht middels interviews bij zij-instromers en schoolopleiders die verantwoordelijk zijn voor de inductieprogramma’s. Op alle deelnemende scholen wordt aandacht besteed aan werkdruk, enculturatie, professionele ontwikkeling en observatie en coaching. De meeste participanten ervaren inductie als belangrijk of zelfs voorwaardelijk voor een soepele start in het onderwijs. Het voornaamste verschil tussen de lerarenopleiding en het inductieprogramma is volgens de participanten de focus op theorie (lerarenopleiding) en praktijk (inductieprogramma). Zij-instromers ervaren de meeste problemen op het gebied van orde, omgaan met zorgleerlingen, organisationele kenmerken, motiveren van leerlingen en werkdruk. Volgens de participanten kunnen deze problemen bovenal worden opgelost door gesprekken met de begeleidende coaches, waardoor een soepelere overgang van de opleiding naar de onderwijspraktijk wordt gerealiseerd.