Een historische voorstelling in dienst van een beschavingsdefensief: de Utrechtse studentenmaskerades omstreeks 1900
Summary
Tegen het eind van de negentiende eeuw maakte de Nederlandse maatschappij op verschillende vlakken een democratisering door. Deze maatschappelijke verbreding was tevens te zien op de universiteiten, waar het studeren dat voorheen een privilege was van de aristocratie, open werd gesteld voor de middenklasse. Deze openbreking van de academische wereld, betekende ook dat de nieuwe studenten uit de middenklasse in aanraking kwamen met het studentenleven en de daarbij behorende studentenverenigingen, zoals het Studenten Corps. In het kader van de verbreding van de studentenverenigingen, werd er kritiek geuit op prijzige evenementen zoals de lustrumfeesten van het Corps. Een traditioneel onderdeel van de lustrumfeesten was de maskerade: een gekostumeerde optocht met een historische gebeurtenis als thema en historische personen in de hoofdrol. Deze feestelijkheden werden vanwege hun vaak luisterrijke karakter bekritiseerd als te duur en aristocratisch, wat onder andere betekende dat aan het begin van de twintigste eeuw de Leidse en Groningse corpora hun laatste maskerades kenden. Ook het Utrechtsch Studenten Corps hield omstreeks 1900 uitbundige maskerades die eveneens bekritiseerd werden vanwege hun hoge kosten. Deze scriptie onderzoekt of de Utrechtse maskerades van 1896, 1901 en 1906 een culturele uiting met een aristocratisch gehalte waren, en hoe ze in verhouding stonden tot de maatschappelijke ontwikkelingen van de periode. Aan de hand van de volgende vragen zullen de maskerades worden onderzocht: Wat werd er met de maskerades gevierd? Zat er een bepaalde boodschap achter? Door wie werden zij georganiseerd en voor wie waren zij bedoeld? En: waar waren zij een uiting van?