Onderzoek naar diagramvaardigheden van studenten

Abstract

Onderzoeken naar diagramvaardigheden tonen aan dat studenten in staat zijn om het meest geschikte diagram te gebruiken in taken met trends, verschillen en proporties. Hierbij zijn echter gestileerde diagrammen gebruikt. De vraag is dus of de resultaten ook gelden in onderzoek met ecologisch valide staaf- en cirkeldiagrammen. Antwoord wordt gezocht op de vragen: ‘Hebben diagramlezers voorkeur voor het computationeel meest voordelige diagram in een diagramtaak met ecologisch valide diagrammen?’ en ‘Treed er een leereffect op naarmate de participant meer vragen over diagrammen heeft beantwoord, waardoor de vragen steeds sneller en beter beantwoord worden?’ Gebruik is gemaakt van een vragenlijst op internet waarbij de participant bij iedere vraag de keuze kreeg tussen een staaf- of cirkeldiagram, waarna een bijbehorende stelling beantwoord werd. Het is gebleken dat studenten significant vaker kiezen voor het computationeel meest voordelige diagram bij verschiltaken maar niet bij proportietaken. De vragen werden bij beide taken sneller beantwoord en bij de proportietaken werden deze ook beter beantwoord gedurende het onderzoek, wat kan duiden op een leereffect. Het lijkt er dus op dat in het Nederlandse VWO-onderwijs niet meer aandacht besteed hoeft te worden aan casusstaafdiagrammen en tijdsdiagrammen dan op dit moment wordt gedaan. Onderzoek naar cirkeldiagrammen zou echter meer verricht moeten worden.