De Weging van professionaliteit en prestatie. Kwalitatief onderzoek naar de omgang van professionals met bedrijfsmatige sturing bij de uitvoering van hun professie bij het wetenschappelijk bureau van de Hoge Raad der Nederlanden.
Summary
Idealiter heeft een professional de autonomie om naar de eigen professionele standaarden te handelen. Een manager heeft als taak om doelen te realiseren, de meeste managers sturen op bedrijfsmatige (kwantitatieve) aspecten. Dit geeft twee logica’s: 1) de professionele logica waar de professionals zich mee identificeren en dus vanuit denken en werken. 2) De prestatie logica, die draait om systematische, kwantitatieve meetbare indicatoren. Deze twee logica’s kunnen wrijving veroorzaken tussen professionele standaarden en bedrijfsmatige aspecten.
Deze theorie is onderzocht bij medewerkers van het wetenschappelijk bureau (WB) van de Hoge Raad. De resultaten laten zien dat bij de Hoge Raad van de prestatie logica weinig tot geen sprake is. De organisatie is ingericht op professionals, de medewerkers kunnen vanuit de professionele logica zaken behandelen, zonder daarbij gestuurd te worden op bedrijfsmatige aspecten. Hierbij speelt dat de Hoge Raad als hoogste rechtsorgaan zeer onafhankelijk is en autonoom kan opereren. Van eventuele spanning tussen de logica’s is, op basis van dit onderzoek, geen sprake. Wel is het zo dat de medewerkers van het WB zich bewust zijn van de doelstelling, doorlooptijden en de efficiëntie van de organisatie. Dit wordt beargumenteerd vanuit hun professionele identiteit. Namelijk, een zaak moet zowel kwalitatief goed worden afgedaan, maar de betrokken partijen horen ook binnen redelijke termijn een uitspraak te krijgen. Eventuele spanning zou dus vooral kunnen ontstaan tussen de professionele standaarden om enerzijds de professie inhoudelijk goed uit te voeren en anderzijds efficiënte dienstverlening voor de rechtzoekenden.
Bij die bevinding is op te merken dat bedrijfsmatige aspecten van de prestatie logica geïnternaliseerd lijken te zijn in de professionele logica en op die manier tot uiting komen als professionele standaarden. De professionele identiteit is dus enigszins gehybridiseerd. De Hoge Raad werkt met selectie aan de poort en verkorte afdoening om zaken te selecteren. Intern zou bij het WB meer gestuurd kunnen worden op specialisatie van medewerkers en bijbehorende zaken ook door die medewerkers te laten behandelen. Dat kan, indien gewenst, mogelijk de efficiëntie vergroten. Bij de Hoge Raad staat de inhoudelijke kwaliteit voorop en weegt de professionele logica zwaarder dan de prestatie logica.