'Zeilen op moreel kompas in Zoetermeer’- Een mixed-method onderzoek naar de attributies op integriteitsbeleid en de samenhang met ethisch leiderschap en gespreksvoering over integriteit tussen werknemers binnen de gemeente Zoetermeer
Summary
Integriteit is een onderwerp wat al meerdere jaren ter discussie staat. Met name in de publieke sector ligt integriteit onder een vergrootglas: wanneer de overheid integriteit schendt, heeft dit ook gevolgen voor de burgers. Om het integere gedrag van werknemers binnen de publieke sector te sturen is er een integriteitsbeleid met HR-praktijken opgesteld. Echter, het causale verband tussen de HR-praktijken en het daadwerkelijke gedrag van werknemers is complexer dan gedacht. Attributies blijken van invloed op hoe deze praktijken uiteindelijk ook in het gewenste gedrag vertaald zullen worden. Dit zijn de causale verbanden die een werknemer legt over waarom er bepaalde HR-praktijken zijn ingevoerd. Deze attributies ontstaan niet in een vacuüm en de sociale omgeving (bestaande uit leidinggevenden en collega’s) van een werknemer zou van invloed kunnen zijn op het maken van deze attributies. Met name het concept ethisch leiderschap zou verband kunnen houden met de attributies van werknemers. Naast de invloed van ethisch leiderschap kunnen attributies over het integriteitsbeleid ook gerelateerd worden aan de gespreksvoering tussen collega’s over integriteit en het integriteitsbeleid. Ethische leiders zouden op hun beurt de communicatie tussen collega’s omtrent HR-praktijken en het beleid kunnen stimuleren. Gespreksvoering zou daarom kunnen optreden als een gedeeltelijke mediator tussen de relatie ethisch leiderschap en de attributies. In het huidige onderzoek staat daarom de volgende vraag centraal: In welke mate is ethisch leiderschap van invloed op de attributies van werknemers op het integriteitsbeleid en in hoeverre wordt dit gemedieerd door gespreksvoering met collega’s over het integriteitsbeleid?. De data werd verzameld bij de gemeente Zoetermeer onder werknemers zonder leidinggevende functie (N=177) en kwalitatieve en kwantitatieve data boden inzicht in de onderzochte mechanismen. Resultaten toonden aan dat er een positief verband is tussen ethisch leiderschap en de commitment-focused attributies. Daarnaast zorgt het ervaren ethisch leiderschap er ook voor dat de werknemers minder snel de attributie onvoldoende vertrouwen in het morele handelen maken. Voor gespreksvoering blijkt dit idem dito. Er is geen empirisch bewijs gevonden voor de relatie tussen ethisch leiderschap en de attributies ‘bescherming van reputatie’ en ‘wettelijke verplichting’ en gespreksvoering en deze attributies. Tevens blijkt dat gespreksvoering niet optreedt als mediërende variabele tussen ethisch leiderschap en de attributies. In het huidige onderzoek is enkel één dimensie van ethische cultuur onderzocht, namelijk de gespreksvoering. Toekomstig onderzoek zou andere dimensies van de ethische cultuur binnen publieke organisaties nader kunnen onderzoeken om een beter inzicht te krijgen in wat van invloed is op het maken van attributies.