Hoe ervaren rechters de verhouding tussen de efficiëntie en de legitimiteit van de rechtspraak?
Summary
De vraag die in dit onderzoek centraal staat, is: Hoe ervaren rechters de verhouding tussen de efficiëntie en de legitimiteit van de rechtspraak? Sinds de oprichting van de Raad voor de rechtspraak in 2002 is efficiëntie een grotere rol gaan spelen binnen de rechtspraak. Sommige rechters verzetten zich tegen de efficiencyslagen omdat ze vinden dat dergelijke sturing niet te verenigen is met hun rechterlijke onafhankelijkheid. Deze discrepantie kan worden gezien als een spanningsveld tussen efficiënte en legitimiteit. Een bestuurskundig instrument om de efficiëntie en legitimiteit van uitvoeringsorganisaties zoals de Rechtspraak te onderzoeken, is de bestuurskrachtmeting. In dit onderzoek zijn rechters bevraagd op hun ervaringen omtrent de verschillende thema’s van uitvoeringscapaciteit en verantwoordingscapaciteit, om zo de spanningen die rechters ervaren efficiëntie en legitimiteit aan het licht te brengen en te verklaren.
Uit dit onderzoek is gebleken dat rechters de efficiëntie van de rechtspraak als negatief ervaren. De rechtspraak heeft te weinig middelen en de beschikbare middelen worden niet efficiënt, flexibel of evenwichtig ingezet. Over de legitimiteit zijn rechters meer tevreden. Hierbij geven de respondenten echter aan dat ze op de inhoud eigenlijk nauwelijks verantwoording af hoeven leggen, behalve door middel van een motivering in het vonnis. De belangrijkste uitkomst van het onderzoek is dat rechters vooral de volgende drie spanningsvelden ervaren: tijdigheid versus kwaliteit, efficiëntie versus onafhankelijkheid en professionaliteit versus beslisambtenaar. Rechters zijn bang hun professionaliteit te verliezen omdat managementafspraken en harmonisering hen het idee geven dat ze beslisambtenaren worden.