Active Support: Lange termijneffecten op de geobserveerde begeleidingsstijl en het geobserveerde cliëntgedrag
Summary
Samenvatting
Achtergrond: Afgelopen decennia werd de zorg voor mensen met een verstandelijke beperking gekenmerkt door deïnstitutionalisatie. Dit heeft er niet automatisch toe geleid dat ook de kwaliteit van bestaan voor deze mensen in toegenomen. Om dit te bereiken zou de begeleiding cliënten moeten stimuleren om meer deel te nemen aan dagelijkse activiteiten en hen daarmee meer grip te geven op hun eigen leven en hun zelfbepaling te vergroten. Active Support kan begeleiding en cliënten helpen dit doel te bereiken.
Vraagstelling: Wat is het effect van de methodiek Active Support op de kwaliteit van interactie tussen begeleiders en cliënten en het gedrag van cliënten een jaar na implementatie?
Methode van onderzoek: Dataverzameling heeft plaatsgevonden in het voorjaar van 2007, 2008 en 2009 onder zeven cliënten die woonachtig zijn op twee verschillende woningen van een Nederlands instellingsterrein. De kwaliteit van interactie en het gedrag van cliënten is gemeten op verschillende domeinen. Daarbij is gebruik gemaakt van acht wekelijkse video-opnames gedurende dagelijkse activiteiten.
Resultaten: De kwaliteit van de interactie tussen begeleider en cliënt is verbeterd. Positief gedrag van begeleiding is toegenomen in vergelijking met de voormeting in 2007. De mate van wederkerige interactie is toegenomen en bleek onder meer tot uiting te komen in een toename van het oogcontact. Verder bleken begeleiders meer betrokken te zijn bij de cliënten vergeleken met de voormeting. Cliënten voerden meer activiteiten uit en lieten daarin ook meer afwisseling zien in vergelijking tot de voormeting. Daarnaast bleken cliënten zowel ten opzichte van de voormeting als de eerste nameting meer initiatief te tonen of richting begeleiders aan te geven dat zij iets wilden. Daar tegenover staat dat cliënten ten opzichte van de eerste nameting minder interesse in de omgeving toonden.
Conclusies: Het merendeel van de aangetoonde effecten op de eerste nameting is gehandhaafd op deze follow-up meting. Cliënten nemen meer deel aan dagelijkse activiteiten en krijgen daardoor meer grip op hun bestaan. Ondanks deze positieve resultaten bleken cliënten ook minder interesse in hun omgeving te tonen in vergelijking met de eerste nameting. Overigens lijkt dit mogelijk verklaard te kunnen worden door fysieke achteruitgang die bij 57 procent van de cliënten heeft plaatsgevonden in de periode tussen de eerste en tweede nameting. Om gevonden resultaten te continueren wordt aanbevolen om de begeleiders regelmatig te blijven trainen en coachen om hen bewust te laten blijven van de principes van Active Support. Gevonden resultaten kunnen ingezet worden om begeleiders die twijfels hebben bij de haalbaarheid van participatie bij mensen met een ernstige verstandelijke beperking te overtuigen.