De beelden en opvattingen van studenten verpleegkunde over de geestelijk gezondheidszorg: een onderzoek naar de psychometrische eigenschappen van een vragenlijst.
Summary
In het onderzoek naar de beelden en opvattingen van studenten verpleegkunde aan de hbo-v’s van de Hogeschool Inholland en de Hogeschool van Amsterdam wordt gebruik gemaakt van een vragen¬lijst. Deze vragenlijst is echter nog niet gevalideerd.
Uit divers onderzoek blijkt dat (aankomende) studenten verpleegkunde vaak stereotype en negatieve beelden en opvattingen hebben over de geestelijke gezondheidszorg en psychiatrische patiënten. De aantrekkelijkheid van de geestelijke gezondheidszorg als toekomstig verpleegkundig werkveld, is door deze beelden niet groot. Terwijl er voor de komende jaren in Nederland een toenemende vraag naar ggz-verpleegkundigen verwacht wordt.
In dit onderzoek is de vragenlijst onderzocht op validiteit en betrouwbaarheid. Door middel van een kwalitatief onderzoek is de inhoudsvaliditeit onderzocht. Bij veertien studenten van de hbo-v van de Hogeschool van Amsterdam zijn via internet en het softwareprogramma MSN halfgestruc¬tureerde interviews afgenomen. De constructvaliditeit en de betrouwbaarheid van de vragenlijst is onderzocht via een exploratieve factoranalyse (principale componentenanalyse met oblique rotatie).
Het kwalitatieve onderzoek liet zien dat negatief stereotype beelden voorspellend zijn voor een negatieve keuze voor de ggz als afstudeerrichting en toekomstig werkveld. Stage-ervaring in de ggz heeft een positieve invloed op de beelden over de ggz. Een positieve stage-ervaring is bovendien voorspellend voor de keuze voor de ggz-differentiatie. Verder bleek enige invloed van de voorkeuren van ouders op de keuze voor de afstudeerrichting. Uit de factoranalyse kwamen vier goed interpre¬teerbare factoren naar voren. Deze factoren kwamen echter slechts gedeeltelijk overeen met de in de vragenlijst gehanteerde categorieën. De conclusie is dat de inhoudsvaliditeit van de vragenlijst matig is. En dat de constructvaliditeit redelijk goed is.
Gezien de methodologische beperkingen van het kwalitatieve deel van het onderzoek, is het wenselijk de gevonden factoren die van invloed zijn op de keuze voor de ggz-differentiatie in een vervolgonderzoek te toetsen.