Liever verleid dan opgeleid - Het opwekken van emoties door links en rechts populistische partijen
Summary
De afgelopen jaren is een opkomst van verschillende populistische partijen zichtbaar in Europa. Ook in Nederland zijn populistische partijen niet meer weg te denken aan beide kanten van het politieke spectrum. Dit onderzoek kijkt naar hoe emotie een rol speelt in de manier waarop populistische politiek leiders zich presenteren. Onderzoek wijst uit dat de didactische methode om nog alles een keer uit te leggen minder goed werkt. Burgers willen namelijk liever verleid worden dan opgeleid (Auflick, 2016; De Jong, Pieper, & Rademaker, 2015; Demertzis, 2004). Vossen (2009) stelt dat populistische leiders hierop inspelen. Zij proberen de hoorder te overtuigen door te appelleren aan hun emotie. Emotie als overtuigingsmiddel benoemde Aristoteles (2014) al in ‘Retorica’ onder de noemer pathos. Er bestaat een breed scala aan stijlfiguren die door sprekers kunnen worden ingezet om te appelleren aan de emotie van de hoorder. In deze scriptie staat het gebruik van deze stijlfiguren centraal. De toespraken van de links populistische Lilian Marijnissen en de rechts populistische Thierry Baudet zijn daartoe geselecteerd en geanalyseerd. De volgende vraag staat centraal staat:
Hoe zetten Nederlandse links en rechts populistische politieke partijen retorische middelen in om emoties op te wekken bij de kiezer?
Om deze vraag te beantwoorden zijn zowel inzichten gebruikt vanuit de huidige literatuur over populisme als de werken van klassieke retorici, zoals Aristoteles, Cicero en Quintilianus. Het empirische gedeelte van deze studie heeft invulling gekregen door gebruik te maken van een retorische tekstanalyse.
De resultaten van dit onderzoek hebben laten zien dat de stijlfiguren van Baudet voornamelijk bijdragen aan twee zaken. Hij gebruikt deze om meer emotie te geven aan het benadrukken van een crisis. Daarnaast helpen de stijlfiguren bij het zichzelf presenteren als vermogend leider. De stijlfiguren die hij hier voornamelijk voor gebruikt zijn de inclusief ‘we’, de concretisering, de metafoor en de enumeratie. Voor Marijnissen geldt dat de stijlfiguren ten dienste staan van haar poging om over te komen als één van haar hoorders, de gewone man of vrouw. Dit komt tot uiting door het gebruik van stijlfiguren die haar volkse stijl en het duidelijke taalgebruik aanvullen (Vossen, 2009). Hiervoor maakt zij voornamelijk gebruik van de fictio personae, de antithese, de inclusief ‘we’ en de anekdote.