“Je kan toch geen lijkverbranding uitvoeren op de Scheveningse pier?” - Een verkenning naar boeddhistische uitvaartpraktijken in Nederland
Summary
Dit is het allereerste verkennende wetenschappelijke onderzoek naar boeddhistische uitvaartpraktijken in Nederland. Inzichtelijk wordt gemaakt dat er grofweg twee type boeddhisten in Nederland van elkaar te onderscheiden zijn die ik ‘traditionele’ en ‘moderne’ boeddhisten noem. Zij geven elk op hun eigen manier vorm aan hun ‘geleefde religie’. Verschillen tussen deze twee groepen komen ook aan de oppervlakte in de manier waarop zij hun uitvaarten organiseren. Aan de hand van Tony Walter’ zijn indeling van drie type uitvaarten (traditionele, moderne en postmoderne dood) worden gedragingen van beide groepen verklaard. Traditionele boeddhisten laten zich meer leiden door de ‘autoriteit van de traditie’ waarin boeddhistische experts een centrale rol vervullen. Bovendien staat de gehele uitvaartperiode in het teken van het verzamelen van goede verdienste (merit) om een positieve wedergeboorte voor de overledene te bewerkstelligen. Bij moderne boeddhisten daarentegen ontbreekt grotendeels deze notie en laten zij zich meer leiden door de ‘autoriteit van het zelf’ zoals die centraal staat binnen de postmoderne dood. Gepersonaliseerde uitvaarten, autonomie over de eigen emoties en een grote rol voor de directe nabestaanden typeren de uitvaarten van moderne boeddhisten. Desalniettemin laveren beide groepen tussen deze ideaaltypen van Walter en kenmerken zij zich beiden doordat ze zich schikken naar de sociale (Nederlandse) context waarbinnen ze zich begeven. Zo hebben beide groepen zich te laven aan een onderhandeling met diverse betrokken partijen (uitvaartleider, familie, overheid, religieus leider et cetera).