Samen Feesten, Samen Leven?
Summary
In deze thesis is geprobeerd een antwoord te geven op de vraag hoe effectief de buurtfeesten gefinancierd uit het leefbaarheidsbudget uit Utrecht in 2008 zijn. Op basis van een literatuurstudie is gebleken dat buurtfeesten via het bevorderen van intra-etnisch (‘bonding’) en inter-etnisch (‘bridging’) contact proberen te verbeteren. Uit de resultaten blijkt dat het contact tussen de mensen die bij de buurtfeesten aanwezig waren sterk verbeterd is. Mensen zien elkaar vaker, krijgen meer hulp van elkaar en kennen meer namen van buren. Bij de vraag of de organisator een specifiek voorbeeld zou kunnen noemen van een verbetering van het contact in de buurt kan een overgrote meerderheid hier gehoor aan geven. Als gekeken wordt naar de hoeveelheid allochtonen dat woont in de subwijk waar het feest heeft plaatsgevonden, is te zien dat er veel meer autochtonen dan representatief aan de wijk is komen bij het buurtfeest. Ook organiseren autochtonen veel meer buurtfeesten dan allochtonen. Dit is slecht nieuws voor het interetnisch contact, en betekent in ieder geval dat de bonding sterker verbeterd is dan de bridging.
Behalve alleen een meting van de effectiviteit wordt er ook gekeken hoe buurtfeesten opgezet zijn, dus aan welke succesfactoren ze voldoen. Hieruit blijkt dat mensen veel samenwerken met buurtgenoten, de details van het buurtfeest vaak van tevoren vaststaat, het opzetten van het buurtfeest eenvoudig is, en dat het aangevraagde budget vaak snel verkregen wordt. Hiermee kan gekeken worden in hoeverre het voldoen aan een succesfactor de effectiviteit beïnvloedt. De gestelde hypotheses kunnen voornamelijk verworpen worden. Dit betekent dat doen aan procesmanagement, een hoog budget, een simpel project en een goede snelheid van het project niet significant van invloed zijn op het effect van buurtfeesten. Wel wordt duidelijk dat samenwerken met buurtgenoten positief van invloed is op een succesvol resultaat. Bij de analyses op de hoeveelheid allochtonen dat aanwezig was bij het buurtfeest bleek dat vooral de achtergrondkenmerken van de organisatoren van invloed waren: vrouwen en allochtonen zorgen voor een meer representatieve verhouding allochtoon-autochtoon bij een buurtfeest. Voldoen aan bepaalde succesfactoren heeft ook hier geen significante relatie op.
Een verklaring voor de niet-significantie kan bestaan uit het feit dat vrijwel alle organisatoren het door henzelf georganiseerde buurtfeest zeer geslaagd vinden, waardoor onafhankelijke factoren hier weinig tot geen invloed op kunnen uitoefenen.