Voorstellingen van de niet-islamitische 'ander' in de dertiende eeuw: De Baltische kust, le Midi, en Constantinopel
Summary
Postkoloniale kritiek heeft ons uitgenodigd opnieuw te kijken naar middeleeuwse beschrijvingen van allerlei 'anderen'. Hierin is bijvoorbeeld aandacht voor het decentraliseren van de positie van 'Het Westen', wordt de homogeniteit van dat westen in twijfel getrokken en worden opgeworpen beelden van 'anderen' in een ander licht bekeken. Deze drie zaken dwingen ons ook de Westerse interne heterogeniteit van beelden van 'anderen' nader te onderzoeken. In deze scriptie analyseer ik voornamelijk drie bronnen: de kroniek van Hendrik van Lijfland over de Lijflandse Kruistocht (1198-1209), de kroniek van Willem van Puylaurens over de Katharen Kruistocht (1209-1229), en de kroniek van Geoffroi de Villehardouin over de Vierde Kruistocht (1198-1204). In deze drie gevallen valt op dat naast specifieke waarderingen, ook overeenkomstige beelden van de 'andere' opgeworpen worden. Beelden die vaak doen denken aan het spiegelbeeld van het 'eigene'. Hierin tracht ik een bepaalde mate van 'interalteriteit' te vinden, zonder daarbij de unieke beelden van 'anderen' weg te laten.