De relatie tussen gedragsinhibitie en sociale angstproblemen bij jonge kinderen en de rol van angst bij ouders op deze relatie.
Summary
Introductie. Sociale angstproblemen komen veel voor bij kinderen, maar blijven vaak langdurig onopgemerkt. Kinderen met sociale angstproblemen kunnen veel bijkomende klachten ontwikkelen, wat het van cruciaal belang maakt om signalen van sociale angstproblemen vroegtijdig te herkennen. Deze studie benadert de ontwikkeling van sociale angstproblemen in de context van het cumulatieve risicomodel. Een van de belangrijkste risicofactoren bij de ontwikkeling van sociale angstproblemen is gedragsinhibitie. Daarnaast wordt verondersteld dat de mate waarin ouders angstig zijn effect heeft op de ontwikkeling van sociale angstproblemen bij het kind. Deze studie onderzocht of er een positief verband is tussen gedragsinhibitie en sociale angstproblemen bij jonge kinderen en of de mate waarin ouders zelf angstig zijn invloed heeft op deze relatie. Er is ook onderzocht of de verbanden tussen de variabelen voor jongens en meisjes hetzelfde zijn.
Methoden. Ouders (N = 286) van jonge kinderen tussen 2 en 6 jaar hebben ten behoeve van deze studie de Behavioral Inhibition Questionnaire- Short Form (BIQ-SF) ingevuld, de subschaal Sociale Angst van de Preschool Anxiety Scale- Revised (PAS-R) en de subschaal Trait- Anxiety van de vragenlijst State- Trait Anxiety Inventory (STAI).
Resultaten en conclusie. De resultaten kwamen overeen met eerder onderzoek; er werd een positieve relatie gevonden tussen gedragsinhibitie en sociale angstproblemen bij jonge kinderen. Er werd echter geen bewijs gevonden voor de hypothese dat sociale angstproblemen bij ouders een modererende werking hebben op deze relatie. De onderlinge verbanden tussen de variabelen en de richting waarop de onderlinge variabelen met elkaar correleren bleken voor jongens en meisjes gelijk.