Show simple item record

dc.rights.licenseCC-BY-NC-ND
dc.contributor.advisorHarmsma, J.S.
dc.contributor.authorDarricarrere, M.P.A.
dc.date.accessioned2020-08-14T18:00:10Z
dc.date.available2020-08-14T18:00:10Z
dc.date.issued2020
dc.identifier.urihttps://studenttheses.uu.nl/handle/20.500.12932/36882
dc.description.abstractDe Nederlandse politieke elite had bij het Verdrag van Maastricht in 1992 als ambitie de Europese Economische Gemeenschap van een louter economisch samenwerkingsverband tot een ware unie te smeden. Verdere monetaire integratie in de vorm van een gezamenlijke muntunie zou de lidstaten dichter tot elkaar laten groeien waarna de positieve integratieprocessen de nationale bevolkingen steeds meer zichzelf zouden gaan identificeren als Europeaan. De bevolkingen groeiden echter niet verder samen en distantieerden zich steeds meer van het technocratische Brussel. Pogingen tot verdere monetaire integratie laten tussen 1992 en 2002 zien dat de totstandkoming van de euro een allerminst democratisch gelegitimeerd proces is geweest hoewel historici beweren dat er in Nederland wel genoeg publieke steun was. Deze scriptie analyseert de verschillen tussen de Nederlandse politieke elite en de bevolking wat betreft steun voor monetaire integratie in een poging om bij te dragen aan het discours in hoeverre Maastricht en de daaropvolgende gezamenlijke munt democratisch gelegitimeerd waren. Door de resultaten van de Eurobarometers tussen 1992 en 2002 kritisch te analyseren als academische bron en deze tegenover andere opiniepeilingen in deze tijd te plaatsen, zoals van het Nederlands Instituut voor Publieke Opinie, concludeert dit onderzoek dat in de Eurobarometer de publieke steun in Nederland voor monetaire integratie in zekere mate rooskleuriger is afgebeeld door de Europese Commissie om een beeld te schetsen dat er genoeg steun was voor Europese integratie. De Eurobarometers tussen 1992 en 2002 suggereerden dat er genoeg politieke steun bij het Nederlandse publiek was voor monetaire integratie, maar uit een analyse van andere resultaten uit de Eurobarometer en in vergelijking met de NIPO-peilingen, bleek de Nederlandse bevolking ongeïnformeerd en in mindere mate voorstander van de euro te zijn dan de Eurobarometer concludeert. Bovendien was tussen 1992 en 2002 sprake van een politieke elite die vorderingen in de integratieprocessen graag gerealiseerd zag worden, maar uit dit onderzoek blijkt dat ook andere groepen buiten de politieke elite, zoals jongeren, gemiddeld groot voorstander waren van Europese integratie. Tot slot was de maatschappelijke vraag om een referendum over de invoering van de euro volgens de NIPO-onderzoeken groot, maar een minderheid binnen de Nederlandse politiek wilde een dergelijk referendum tot stand laten komen. In een referendum had het volgens het NIPO beide kanten op kunnen gaan. Dat een dergelijk referendum nooit georganiseerd werd ondanks de maatschappelijke druk getuigt van een politieke elite in Nederland die de burger op dit onderwerp niet volledig representeerde.
dc.description.sponsorshipUtrecht University
dc.format.extent741642
dc.format.mimetypeapplication/pdf
dc.language.isonl
dc.title'You're out of touch!' Een onderzoek naar de tegenstelling tussen de Nederlandse bevolking en politieke elite wat betreft hun steun voor Europese monetaire integratie tussen 1992 tot 2002.
dc.type.contentBachelor Thesis
dc.rights.accessrightsOpen Access
dc.subject.keywordseuro; europese unie; monetaire integratie; verdrag van maastricht; geschiedenis; eurobarometer; opiniepeilingen
dc.subject.courseuuGeschiedenis


Files in this item

Thumbnail

This item appears in the following Collection(s)

Show simple item record