Motorische priming op woordherkenning
Summary
Woorden zijn eigenlijk arbitraire betekenisloze symbolen. Toch hebben ze betekenis voor ons. Dit komt volgens het Embodied Cognition Paradigma doordat taal gegrond is in onze lichamelijke ervaring met de wereld. Sporen van die belichaming moeten dan ook terug te zien zijn talige processen. Hiermee past het idee van belichaamde taal in een connectief, multimodaal perspectief op cognitie. In dit onderzoek wordt gekeken naar de rol van belichaming in lexicale representatie. Dit wordt onderzocht door met motorisch activatie te primen op woordherkenning van actiewerkwoorden. In een experiment moesten participanten een simpele arm- of beenoefening nadoen en vervolgens een woordzoeker maken waarin armwerkwoorden, beenwerkwoorden en algemene lichaamswerkwoorden stonden. De woordzoeker is een nieuwe methode om woordherkenning mee te testen, wat zorgt voor twee onbekende factoren in het onderzoek. In de resultaten is wellicht een indicatie gevonden voor een priming effect van de motorische activatie op het vinden van de target woorden bij het eerst gevonden woord en binnen de eerste drie gevonden woorden. De dataset is echter te klein om de hypotheses te bevestigen. Gevolgen voor belichaamde theorieën van semantische representatie en de woordzoeker als methode worden besproken.