Vlucheling of gelukszoeker? Een kritische discoursanalyse van de berichtgeving over migranten in de Volkskrant en de Telegraaf
Summary
Het doel van dit onderzoek is het in kaart brengen van de representatie van vluchtelingen in de kranten De Volkskrant en De Telegraaf in de eerste vier maanden van 2020. De basis van dit onderzoek berust op theorieën die betrekking hebben op framing (Nabi & Oliver, 2009), de wij-zij verdeling (Shadid, 2005), dehumanisering (Bandura, 2002) en Oriëntalisme (Said, 1978). Dit onderzoek analyseert aan de hand van een kritische discoursanalyse (Fairclough, 1992) de artikelen. Deze discoursanalyse wordt opgedeeld in een analyse van lexicalisatie, predicatie en discursieve praktijken om zo inzicht te geven in de sociale praktijken. Uit de lexicalisatieanalyse blijkt dat de meest voorkomende categorie functionalisatie is, waarbij de meest voorkomende termen vluchteling, migrant en asielzoeker zijn. Uit de predicatieanalyse blijkt dat beide kranten het meest spreken over de vluchteling in getallen, waarbij wordt geïmpliceerd dat vluchtelingen in groten getale komen. Andere categorieën die veelvoudig voorkomen zijn de vluchteling als persoon en de lijdzame vluchteling. Uit de discursieve praktijkenanalyse blijkt dat verschillende groepen mensen aan het woord komen, maar vooral vluchtelingen, experts en de politiek. Uit de resultaten blijkt dat de vluchteling op meerdere manieren in de artikelen wordt afgebeeld, waarbij de dominante discoursen toegeschreven kunnen worden aan de vluchteling als massa en de vluchteling als persoon. De Telegraaf en De Volkskrant dragen hier respectievelijk aan bij door hun ideologische achtergrond en signatuur, waarbij De Telegraaf zich mede door zijn populistisch-rechtse achtergrond negatiever over vluchtelingen uitlaat dan de progressief-linkse Volkskrant.