Jezelf ontmoeten in de blik van een ander Een onderzoek naar de geënsceneerde ontmoeting in theater als een spiegel voor de publieke ruimte
Summary
In deze scriptie wordt de rol en werking van (de) theater(ontmoeting) in de publieke ruimte onderzocht. Hiervoor is de volgende hoofdvraag opgesteld: Hoe kan de geënsceneerde ontmoeting in theater/performance fungeren als een spiegel voor de publieke ruimte. Bij ‘ontmoeting’ gaat het me dan om een ‘wederzijds samenzijn’ – een samenzijn waarbij toeschouwer en performer (of deelnemers) naar elkaar kijken en van elkaar leren. Er wordt een antwoord gezocht op de hoofdvraag aan de hand van twee theoretische hoofdstukken. Hierin staan de concepten ‘de publieke ruimte’ en ‘de ontmoeting’ centraal. Theorieën die ik behandel op het aspect van ‘de publieke ruimte’ zijn Jürgen Habermas’ publieke sfeertheorie en kritische reacties op zijn werk, afkomstig van Nancy Fraser en Adriana de Souza e Silva. Theorieën die ik aanhaal op het gebied van ‘de ontmoeting’ zijn onder andere de Community Theory van Jean-Luc Nancy, de notie van inter-esse door Henk Oosterling en Sara Ahmed’s visie op de (ontmoeting met een) vreemde. Peter M. Boenisch’ reflexieve dramaturgie-aanpak bespreek ik omdat deze het belang van reflecteren belicht en daarmee een basis vormt voor het denken over de spiegelfunctie van theater. Dan volgt er een analysehoofdstuk waarin ik de voorstellingen Inter-view (Benjamin Vandewalle), An Experiment – Distant Thoughts (Lotte van den Berg en Daan ’t Sas) Phobiarama (Dries Verhoeven) onderzoek op basis van de inzichten uit de theoretische hoofdstukken. Ik concludeer dat de geënsceneerde ontmoeting in theater kan werken als een zeker laboratorium; als een plek waar toeschouwer en performer (of deelnemers) kunnen onderzoeken hoe ze in het dagelijks leven samenzijn met een (onbekende) ander. En als een plek waar ze dat samenzijn kunnen oefenen.