View Item 
        •   Utrecht University Student Theses Repository Home
        • UU Theses Repository
        • Theses
        • View Item
        •   Utrecht University Student Theses Repository Home
        • UU Theses Repository
        • Theses
        • View Item
        JavaScript is disabled for your browser. Some features of this site may not work without it.

        Browse

        All of UU Student Theses RepositoryBy Issue DateAuthorsTitlesSubjectsThis CollectionBy Issue DateAuthorsTitlesSubjects

        “Dialek is voâh iederein”: Het ontkrachten van stereotypes rondom stadsdialecten via hiphop

        Thumbnail
        View/Open
        Eindwerkstuk BA Muziekwetenschap Tom Verdonk 6000169.pdf (245.1Kb)
        Publication date
        2020
        Author
        Verdonk, T.
        Metadata
        Show full item record
        Summary
        Veel Nederlandse dialecten lijden onder negatieve stereotypes. In media wordt al een tijd getracht om dit stereotype te ontkrachten. Louis Peter Grijp noemt hoe de band Normaal het stereotype van de Achterhoek uitdaagde door in dialect te zingen. Nederlandse stadsdialecten zijn echter niet bestudeerd. Dit onderzoek verklaart hoe het stereotype van stadsdialecten uitgedaagd wordt aan de hand van hiphop. Dit doe ik aan de hand van drie casestudies die representatief zijn voor dialectgebruik in recente hiphop: “Ik vind je lekker” (2012, Haags) van De Kraaien, “Bloed aan de muur” (Rotterdams, 2015) van De Likt en “Wubbo Ockels” (2015, Amsterdams) van Donnie. De casestudies zijn representatief door de extreem overtuigende uitspraak van het dialect en de populariteit van de nummers. Het argument is: in recente Nederlandse hiphop leidt het gebruik van stadsdialecten in combinatie met het gebruik van straattaal en het aanspreken van mannelijke jongeren tot een positiever imago van dialectsprekers. In het onderzoek benoem ik taalkundige elementen zoals de klemtoon en het gebruik van verlenging van lettergrepen. Vervolgens analyseer ik welke van deze elementen wel en niet voorkomen in de casestudies. Ook gebruik ik de performance studies, specifiek performativiteit van Schechner en Brady en identiteit zoals Simon Frith deze definieert. Als laatste bestudeer ik de doelgroep van de casestudies en hoe deze doelgroep (een jong, mannelijk publiek) helpt bij het ontkrachten van het stereotype. De uitdaging van het stereotype die de drie casestudies doen leidt tot een beeld waaruit blijkt dat het Amsterdams, Rotterdams en Haags voor iedereen is.
        URI
        https://studenttheses.uu.nl/handle/20.500.12932/36092
        Collections
        • Theses
        Utrecht university logo