De invloed van propedeusetoetsen Social Work op de motivatie van tweedejaars studenten.
Summary
In dit onderzoek werd de invloed van de propedeusetoetsen Social Work op de motivatie van tweedejaars studenten onderzocht. Gemotiveerd zijn betekent te worden bewogen om iets te doen. Motivatie kan opgesplitst worden in extrinsieke motivatie en intrinsieke motivatie. Intrinsieke motivatie is de wil of de drang in iemand om bepaalde handelingen te verrichten waarmee tot een zeker doel wordt gekomen. De motivatie kan gevonden worden in de taak zelf omdat door het uitvoeren daarvan plezier en tevredenheid ervaren wordt. Extrinsieke motivatie staat voor het verrichten van een taak omdat omgevingsfactoren buiten de studenten hen hiertoe aanzetten. Om een antwoord te vinden op de hoofdvraag werd gebruik gemaakt van een semi-gestructureerd interview waarin gevraagd werd naar de percepties van studenten van een selectie van propedeusetoetsen en de tweedeling binnen motivatie, te weten extrinsieke motivatie en intrinsieke motivatie. De toetsselectie bevatte verschillende toetsmethodes, onder andere presentaties, verslaglegging en casustoetsen. Gebruik makend van deze selectie werden de percepties van studenten van de toetsinhoud en het toetsproces onderzocht. Uit de resultaten bleek dat de toets P1, het vraagverhelderend cliëntgesprek en de reflectie, als meest positief ervaren wordt door de studenten. De beloning die studenten kunnen krijgen door het voldoende afronden van de toetsen heeft een belangrijke rol gespeeld in de extrinsieke motivatie van studenten. Als de studenten de beloning belangrijk vonden, waren zij meer gemotiveerd om de toetsen te behalen. Binnen de intrinsieke motivatie worden de omgeving en de eigen percepties van de studenten als belangrijk ervaren. De studenten vonden dat zowel de docent als de medestudenten de motivatie beïnvloedden. Een positieve perceptie van de toets bevordert de motivatie van de studenten. Geconcludeerd kan worden dat de propedeusetoetsen de intrinsieke motivatie van studenten meer beïnvloedt dan de extrinsieke motivatie.