De kloof tussen burger en politiek De verkiezingscampagne van D66 tussen december 1966 en februari 1967
Summary
Kort na de verkiezingsuitslag van februari 1967 verkondigde Hans van Mierlo dat de bestaande politieke partijen moesten ontploffen, zodat een nieuw partijbestel kon ontstaan met één of twee volkspartijen. D66 moest ‘het breekijzer’ worden om de bestaande verhoudingen los te wrikken. Zo zou er een meer open, democratischer politiek ontstaan; na de gewenste hervormingen kon de partij zich opheffen, zo was het idee. Ideeën over een nieuw politiek bestel kregen vorm in een periode van grote maatschappelijken politieke veranderingen. Volgens de partij was er sprake van een kloof tussen burger en politiek.Uit het partijprogramma, de congresstukken en het Appèl blijkt hoe de partij door middel van staatsrechtelijke hervormingen probeerde deze kloof te verkleinen. De campagnespot en de krantenartikelen laten zien dat de vernieuwingsideeën een belangrijke rol speelden binnen de campagnevoering. De rol van Van Mierlo in de verkiezingscampagne van 1966-1967 kan misschien wel beschouwd worden als eerste teken van personalisering van de politiek; deze is sindsdien meer ‘om de poppetjes gaan draaien’.