Een verkenning van deugpronken als filosofisch onderwerp
Summary
Deugpronken is een ‘goedkope’ houding, handeling of uiting, die ten doel heeft een indruk van deugdzaamheid te wekken om een ‘lager’ doel te bereiken. Dit fenomeen heeft tot nu toe, naar mijn weten, geen aandacht gekregen binnen de academische filosofie terwijl het deze aandacht, vanwege haar grote rol in het publieke debat, wel verdient. Om in deze leemte te voorzien, wordt in deze scriptie de hoofdvraag gesteld hoe Aristoteles’ ideeën zich, zowel ontologisch als epistemologisch, verhouden tot die van Taleb in het kader van deugpronken. Deugpronken wordt bij Aristoteles impliciet uitgesloten van ware deugdzaamheid omdat deugpronken een verkeerde intentie behelst. Daarnaast is deugpronken wezenlijk anders dan het cultiveren van deugden, en dus zelf niet deugdzaam. Taleb kent deugpronken zélf, in tegenstelling tot Aristoteles, een morele status toe. Deugpronken is immoreel omdat het in potentie kan leiden tot risico-overdracht. Daarnaast biedt Taleb verschillende suggesties aan de hand waarvan deugpronken in de praktijk kan worden herkent en ingeschat. In breder verband staat Aristoteles’ perspectief open voor standaard-kritieken van het consequentialisme. Taleb’s ideeën verdienen wat het bredere perspectief betreft meer aandacht: hoewel de standaard-kritieken op het hypocrisie-argument niet volledig van toepassing zijn, biedt verdere onderzoeking van Taleb mogelijk opties voor kritiek die wél geldig zijn.