Verschil in zelfinschatting van interculturele competenties bij stage in het buitenland versus stage in het thuisland
Summary
Dit onderzoek biedt inzichten in de zelfinschatting van de ontwikkeling van interculturele competenties onder alumni van de master Interculturele Communicatie aan de Universiteit Utrecht. Er is onderzocht in hoeverre de zelfinschatting van interculturele competenties verschilt tussen alumni van Interculturele Communicatie die stage hebben gelopen in Nederland of in het buitenland. Dit fenomeen is onderzocht aan de hand van Fantini’s (2007) idee over interculturele competenties, waarin hij stelt dat interculturele competenties bestaan uit vier componenten: kennis, houding, vaardigheden en bewustzijn. Door middel van een enquête met 34 stellingen is onderzocht hoe de alumni zichzelf inschatten qua interculturele competenties voor en na de master. Hieruit blijkt dat alumni zelfzelf significant hoger inschatten qua interculturele competenties na de master dan voor de master. Dit is te verklaren door curriculum internationalisatie van de master ICC, waarin veel aandacht wordt besteed aan talige- en culturele diversiteit in verschillende internationale contexten. Hoewel alumni die stage hebben gelopen in het buitenland zichzelf significant hoger inschatten qua interculturele competenties dan alumni die in Nederland stage hebben gelopen, is er geen interactie-effect gevonden tussen stagelocatie en zelfinschatting van interculturele competenties. Stagelocatie heeft dus geen modererend effect op de zelfinschatting van de ontwikkeling in interculturele competenties. Tekortkomingen van dit onderzoek zijn de ongelijke verdeling in respondenten die in Nederland en buitenland stage hebben gelopen en het gebruik van zelfinschatting als meetinstrument. Vervolgonderzoek zal gebruik moeten maken van longitudinaal onderzoek, waarbij verschillende methodes zoals diepte-interviews en experimenten gebruikt worden om een objectiever beeld te krijgen van eventuele groei in interculturele competentie.