Het fotorealisme van Gerhard Richter: Een expressie van de Duitse herinneringscultuur; casestudie van drie werken.
Summary
Gerhard Richter wordt gezien als één van de meest vooraanstaande kunstenaars van de afgelopen eeuw. Hij groeide op in Dresden in Oost-Duitsland tijdens de Tweede Wereldoorlog en vluchtte in 1961 naar Düsseldorf in West-Duitsland. Het oeuvre van de kunstenaar is groot, gevarieerd, en kenmerkt zich door het afwisselen tussen verschillende stijlen (figuratief en abstract) en uiteenlopende onderwerpen (alledaagse voorwerpen, familieportretten en omstreden figuren). Kenmerkend voor het werk van Richter is het gebruik maken van foto’s, deze precies na te schilderen, en vervolgens het eindresultaat te ‘bewerken’ door een blur te creëren. Deze techniek ontwikkelde Richter in de jaren zestig ten tijde van een ‘schilder crisis’ om zo de schilderkunst in stand te houden naast fotografie. Het vroege, fotorealistische werk van Richter wordt in de context van deze discussie geplaatst, gezien het feit dat de “strijd” tussen fotografie en schilderkunst gaande was vanaf het moment van de uitvinding van de Daguerreotypie in 1839. Een historisch overzicht van deze discussie zal eindigen in de jaren zestig waar deze een nieuwe dimensie kreeg door zowel de opkomst van massacultuur als de tussenkomst van de Tweede Wereldoorlog. Richter, onderworpen aan beiden kanten, Oost en West, tijdens en na WOII, verenigde deze twee media om beeld te geven aan persoonlijke en collectieve ervaringen van de oorlog. De verwerkingscultuur in het naoorlogse Duitsland kwam langzaam op gang direct na 1945. Dit brak open in het midden van de jaren zestig. Deze twee elementen; de discussie tussen fotografie en schilderkunst én het omgaan met de nasleep van de oorlog zijn terug te zien in de werken van Richter.