Niet over het pleegkind, maar met het pleegkind
Summary
In Nederland wonen ruim 22.000 kinderen in een pleeggezin. De verwachting is dat er in de komende jaren steeds meer kinderen in een pleeggezin geplaatst worden (Friele et al., 2018). Pleegzorgplaatsingen lopen echter vaak voortijdig en om ongunstige redenen ten einde (Zoon, 2014). Een afgebroken plaatsing, een breakdown, is schadelijk voor de ontwikkeling van een kind want de gehechtheid komt in gevaar (Spangler et al., 2018). Het doel van dit onderzoek was om tot concrete aanbevelingen te komen die tot verbeteringen in langdurige pleegzorgplaatsingen kunnen leiden. Voor dit onderzoek zijn er interviews (n=12) afgenomen bij pleegkinderen tussen de 18 en 21 jaar oud en pleegouders. Deze interviews gaven inzicht in wat bevorderende en belemmerende factoren zijn gedurende de plaatsing volgens pleegkinderen en -ouders. Eén van de meest belangrijke resultaten van dit onderzoek is dat veel pleegkinderen niet betrokken worden bij gesprekken met de pleegzorgbegeleider en/of voogd. Het is belangrijk dat de pleegzorgbegeleider en voogd in samenspraak met het kind vaststellen of het goed gaat met het kind en dat ze dit blijven doen gedurende de gehele pleegzorgplaatsing. Het wordt aanbevolen dat pleegzorgorganisaties ervoor zorgen dat alle pleegouders een voorbereidende training afronden.